Case number | CAC-ADREU-001640 |
---|---|
Time of filing | 2006-09-18 12:50:43 |
Domain names | jaa.eu |
Case administrator
Name | Tereza Bartošková |
---|
Complainant
Organization / Name | Joint Aviation Authorities, Mr. Emmanuel Mandalenakis |
---|
Respondent
Organization / Name | Citadel01 B.V., B. Hohmann |
---|
Vul de gegevens in over andere gerechtelijke procedures, die volgens de informatie van her ADR Panel lopen of waarin beslist is en die betrekking hebben op de betwiste domeinnaam
Het Panel werd niet geïnformeerd over andere juridische procedures omtrent de betwiste domeinnaam.
Feitelijke situatie
Klager, de Joint Aviation Authorities, afgekort JAA, is een geassocieerd lichaam van de Europese Burgerluchtvaart Conferentie (ECAC), die de burgerluchtvaart regulerende autoriteiten van een aantal Europese Staten vertegenwoordigt. De Stichting Beheer JAA verzorgt het secretariaat van de JAA en doet al het nodige om de uitvoering van de functies van de JAA te vergemakkelijken. De Stichting Beheer JAA is – volgens Klager - de JAA in verenigde vorm.
De Stichting Beheer JAA is titularis van het Benelux merk n° 0790995 dd. 5 augustus 2005. Het betreft een figuratief merk bestaande uit een rond logo met in het midden een kaart van Europa waarop de letters ‘JAA’ staan afgedrukt, met daar rond de woorden ‘Joint Aviation Authorities Europe’.
Klager stelt dat zij de betwiste domeinnaam tijdens de Sunrise-periode had willen registreren via de Registrar Hostnet BV, doch dat dit door ‘miscommunicatie’ aan haar zijde (i.e. van Klager) niet tijdig gebeurde, zodat de betwiste domeinnaam werd geregistreerd door Verweerder volgens het principe ‘first come first served’.
De Stichting Beheer JAA is titularis van het Benelux merk n° 0790995 dd. 5 augustus 2005. Het betreft een figuratief merk bestaande uit een rond logo met in het midden een kaart van Europa waarop de letters ‘JAA’ staan afgedrukt, met daar rond de woorden ‘Joint Aviation Authorities Europe’.
Klager stelt dat zij de betwiste domeinnaam tijdens de Sunrise-periode had willen registreren via de Registrar Hostnet BV, doch dat dit door ‘miscommunicatie’ aan haar zijde (i.e. van Klager) niet tijdig gebeurde, zodat de betwiste domeinnaam werd geregistreerd door Verweerder volgens het principe ‘first come first served’.
A. Klager
Klager stelt zich op het standpunt dat de betwiste domeinnaam “jaa.eu” door de Verweerder onrechtmatig, i.e. te kwader trouw is geregistreerd in de zin van artikel 21 lid 3 van de Verordening EG 874/2004. Op grond hiervan verzoekt Klager om opheffing van de domeinnaam. Verder verzoekt Klager overdracht van de domeinnaam, daar zij oudere rechten heeft op de naam “JAA”.
De oudere rechten bestaan uit het Benelux merk n° 0790995 dd. 5 augustus 2005. Het betreft een figuratief merk bestaande uit een rond logo met in het midden een kaart van Europa waarop de letters ‘JAA’ staan afgedrukt, met daar rond de woorden ‘Joint Aviation Authorities Europe’.
Klager stelt dat de betwiste domeinnaam identiek is dan wel verwarrend gelijk is aan de naam of de namen waaraan oudere rechten kunnen worden ontleend.
In de initiële Klacht dd. 14 september 2006 heeft Klager niets gesteld omtrent gebrek aan rechten of gewettigd belang in hoofde van Verweerder en/of omtrent kwade trouw in hoofde van Verweerder. Klager heeft aanvullend bij non-standard communicatie dd. 18 september 2006 gesteld dat Verweerder per e-mail heeft aangeboden de betwiste domeinnaam vrij te geven voor een prijs van 2500 EUR. Hieromtrent worden echter geen bewijsstukken voorgelegd.
De oudere rechten bestaan uit het Benelux merk n° 0790995 dd. 5 augustus 2005. Het betreft een figuratief merk bestaande uit een rond logo met in het midden een kaart van Europa waarop de letters ‘JAA’ staan afgedrukt, met daar rond de woorden ‘Joint Aviation Authorities Europe’.
Klager stelt dat de betwiste domeinnaam identiek is dan wel verwarrend gelijk is aan de naam of de namen waaraan oudere rechten kunnen worden ontleend.
In de initiële Klacht dd. 14 september 2006 heeft Klager niets gesteld omtrent gebrek aan rechten of gewettigd belang in hoofde van Verweerder en/of omtrent kwade trouw in hoofde van Verweerder. Klager heeft aanvullend bij non-standard communicatie dd. 18 september 2006 gesteld dat Verweerder per e-mail heeft aangeboden de betwiste domeinnaam vrij te geven voor een prijs van 2500 EUR. Hieromtrent worden echter geen bewijsstukken voorgelegd.
B. Verweerder
Verweerder stelt dat zij op dit moment houder van het domein 'jaa.eu' is: (i) door als eerste de registratie van dit domein aan te vragen gedurende de Sunrise-periode op basis van een geregistreerd merk, (ii) door de aanvraag op correcte wijze in te dienen, voorzien van de juiste bewijsstukken, (iii) door goedkeuring van deze aanvraag door de Registry en toewijzing van het domein op basis van het principe 'first come first served'.
Volgens Verweerder blijkt uit de bewijsstukken van Klager : (i) dat 'Joint Aviation Authorities' en de 'Stichting Beheer JAA' twee afzonderlijke rechtspersonen zijn, (ii) dat het merkdepot waaraan Klager rechten meent te ontlenen is gedeponeerd door 'Stichting Beheer JAA', m.a.w. niet door Klager, (iii) dat het merkdepot geen betrekking heeft op het woordmerk 'JAA', maar op een beeldmerk waarin de tekst 'Joint Aviation Authorities Europe JAA' voorkomt;
Volgens Verweerder heeft Klager een aantal onjuiste en/of misleidende verklaringen en beweringen afgelegd: (i) Klager geeft aan dat door 'miscommunicatie' een sunrise aanvraag niet (tijdig) is ingediend, daarmee implicerend dat een tijdige aanvraag tot een succesvolle registratie door Klager zou hebben geleid. Echter, wanneer een aanvraag door Klager op basis van de ingediende bewijsstukken door de Registry zou zijn beoordeeld dan zou deze aanvraag op verschillende gronden zijn afgewezen. (ii) Klager refereert aan een merkdepot en stelt dat de domeinnaam identiek is aan dit merkdepot. Uit de door Klager ingediende bewijsstukken blijkt dat dit niet juist is. (iii) Klager stelt oudere rechten te bezitten in de vorm van een merkdepot.
Uit de door Klager ingediende bewijsstukken blijkt niet dat Klager rechten kan doen gelden op enig merkdepot. (iv) Klager stelt het exclusieve recht van het gebruik op het handelsmerk JAA te bezitten, met een verwijzing naar Benelux regelgeving. Klager toont echter niet aan dat er een handelsmerk JAA bestaat, noch dat klager enig merkdepot bezit. (v) Klager stelt dat het gebruik van de domeinnaam de reputatie van het JAA handelsmerk schaadt. Dit wordt door Klager op geen enkele manier onderbouwd. Het bestaan en/of het huidige gebruik van de domeinnaam jaa.eu zal niet leiden tot verwarring en/of verwatering van een vergelijkbaar merk JAA.
Tot slot stelt Verweerder dat de procedure werd gericht tegen de domeinnaam houder en niet tegen EURid. Het gaat hier dus niet om een Sunrise Appeal, maar om een procedure in het kader van artikel 21 van Verordening 874/2004. Klager toont echter niet overtuigend aan dat de domeinnaam identiek is aan of een verwarrende gelijkenis vertoont met een naam waarvoor in de nationale en/of communautaire wetgeving een recht is erkend of ingesteld. Daarnaast toont Klager niet aan dat Verweerder geen rechten op of gewettigd belang bij de naam heeft, of dat de naam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt; door Klager wordt hierover zelfs met geen enkel woord gerept.
Concluderend wordt verzocht de Klacht af te wijzen en de toewijzing van het domein JAA.EU aan Verweerder te bevestigen.
Volgens Verweerder blijkt uit de bewijsstukken van Klager : (i) dat 'Joint Aviation Authorities' en de 'Stichting Beheer JAA' twee afzonderlijke rechtspersonen zijn, (ii) dat het merkdepot waaraan Klager rechten meent te ontlenen is gedeponeerd door 'Stichting Beheer JAA', m.a.w. niet door Klager, (iii) dat het merkdepot geen betrekking heeft op het woordmerk 'JAA', maar op een beeldmerk waarin de tekst 'Joint Aviation Authorities Europe JAA' voorkomt;
Volgens Verweerder heeft Klager een aantal onjuiste en/of misleidende verklaringen en beweringen afgelegd: (i) Klager geeft aan dat door 'miscommunicatie' een sunrise aanvraag niet (tijdig) is ingediend, daarmee implicerend dat een tijdige aanvraag tot een succesvolle registratie door Klager zou hebben geleid. Echter, wanneer een aanvraag door Klager op basis van de ingediende bewijsstukken door de Registry zou zijn beoordeeld dan zou deze aanvraag op verschillende gronden zijn afgewezen. (ii) Klager refereert aan een merkdepot en stelt dat de domeinnaam identiek is aan dit merkdepot. Uit de door Klager ingediende bewijsstukken blijkt dat dit niet juist is. (iii) Klager stelt oudere rechten te bezitten in de vorm van een merkdepot.
Uit de door Klager ingediende bewijsstukken blijkt niet dat Klager rechten kan doen gelden op enig merkdepot. (iv) Klager stelt het exclusieve recht van het gebruik op het handelsmerk JAA te bezitten, met een verwijzing naar Benelux regelgeving. Klager toont echter niet aan dat er een handelsmerk JAA bestaat, noch dat klager enig merkdepot bezit. (v) Klager stelt dat het gebruik van de domeinnaam de reputatie van het JAA handelsmerk schaadt. Dit wordt door Klager op geen enkele manier onderbouwd. Het bestaan en/of het huidige gebruik van de domeinnaam jaa.eu zal niet leiden tot verwarring en/of verwatering van een vergelijkbaar merk JAA.
Tot slot stelt Verweerder dat de procedure werd gericht tegen de domeinnaam houder en niet tegen EURid. Het gaat hier dus niet om een Sunrise Appeal, maar om een procedure in het kader van artikel 21 van Verordening 874/2004. Klager toont echter niet overtuigend aan dat de domeinnaam identiek is aan of een verwarrende gelijkenis vertoont met een naam waarvoor in de nationale en/of communautaire wetgeving een recht is erkend of ingesteld. Daarnaast toont Klager niet aan dat Verweerder geen rechten op of gewettigd belang bij de naam heeft, of dat de naam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt; door Klager wordt hierover zelfs met geen enkel woord gerept.
Concluderend wordt verzocht de Klacht af te wijzen en de toewijzing van het domein JAA.EU aan Verweerder te bevestigen.
Behandeling en vaststelling
De procedure wordt gericht tegen de titularis van de domeinnaam “jaa.eu”. Het gaat hier bijgevolg om een procedure in het kader van artikel 21 van de Verordening EG 874/2004.
Artikel 21.1 van de Verordening EG 874/2004 bepaalt :
Een geregistreerde domeinnaam wordt door middel van een passende buitengerechtelijke of gerechtelijke procedure ingetrokken, wanneer deze naam identiek is aan of een verwarrende gelijkenis vertoond met een naam waarvoor in de nationale en/of communautaire wetgeving een recht is erkend of ingesteld, zoals de in artikel 10, lid 1, genoemde rechten en indien hij:
a. door zijn houder zonder rechten op of gewettigd belang bij de naam is geregistreerd, of
b. te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
In casu dient vastgesteld te worden dat Klager in de oorspronkelijke Klacht dd. 14 september 2006 met geen woord rept over de voormelde voorwaarden aangaande onrechtmatige domeinnaam registratie, i.e. het gebrek aan rechten of gewettigd belang in hoofde van Verweerder en/of het feit dat Verweerder de domeinnaam te kwader trouw zou geregistreerd hebben (of gebruiken). In de non-standard communicatie dd. 18 september 2006 stelt Klager bijkomend dat Verweerder per e-mail heeft aangeboden de betwiste domeinnaam vrij te geven voor een prijs van 2500 EUR. Hieromtrent worden echter geen bewijsstukken voorgelegd. Ook in de Wijziging/Aanvulling van de Klacht dd. 5 oktober 2006 rept Klager opnieuw met geen woord over het gebrek aan belang en/of de kwade trouw in hoofde van Verweerder.
Er wordt bijgevolg door Klager geen afdoend bewijs geleverd van kwade trouw in hoofde van Verweerder. In het licht hiervan moeten de ‘oudere rechten’ van Klager en ‘de verwarrende gelijkenis van de betwiste domeinnaam met deze oudere rechten’ dan ook niet verder onderzocht worden.
In de gegeven omstandigheden wordt de Klacht afgewezen gezien er geen afdoend bewijs werd geleverd van kwade trouw in hoofde van Verweerder.
Artikel 21.1 van de Verordening EG 874/2004 bepaalt :
Een geregistreerde domeinnaam wordt door middel van een passende buitengerechtelijke of gerechtelijke procedure ingetrokken, wanneer deze naam identiek is aan of een verwarrende gelijkenis vertoond met een naam waarvoor in de nationale en/of communautaire wetgeving een recht is erkend of ingesteld, zoals de in artikel 10, lid 1, genoemde rechten en indien hij:
a. door zijn houder zonder rechten op of gewettigd belang bij de naam is geregistreerd, of
b. te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
In casu dient vastgesteld te worden dat Klager in de oorspronkelijke Klacht dd. 14 september 2006 met geen woord rept over de voormelde voorwaarden aangaande onrechtmatige domeinnaam registratie, i.e. het gebrek aan rechten of gewettigd belang in hoofde van Verweerder en/of het feit dat Verweerder de domeinnaam te kwader trouw zou geregistreerd hebben (of gebruiken). In de non-standard communicatie dd. 18 september 2006 stelt Klager bijkomend dat Verweerder per e-mail heeft aangeboden de betwiste domeinnaam vrij te geven voor een prijs van 2500 EUR. Hieromtrent worden echter geen bewijsstukken voorgelegd. Ook in de Wijziging/Aanvulling van de Klacht dd. 5 oktober 2006 rept Klager opnieuw met geen woord over het gebrek aan belang en/of de kwade trouw in hoofde van Verweerder.
Er wordt bijgevolg door Klager geen afdoend bewijs geleverd van kwade trouw in hoofde van Verweerder. In het licht hiervan moeten de ‘oudere rechten’ van Klager en ‘de verwarrende gelijkenis van de betwiste domeinnaam met deze oudere rechten’ dan ook niet verder onderzocht worden.
In de gegeven omstandigheden wordt de Klacht afgewezen gezien er geen afdoend bewijs werd geleverd van kwade trouw in hoofde van Verweerder.
Beslissing
Om bovengenoemde redenen heeft het Panel in overeenstemming met de § B12 (b) en (c) van de ADR-Voorschriften besloten tot afwijzing van de Klacht
PANELISTS
Name | Veerle Raus |
---|
Datum Arbitrage-beslissing
2006-12-26