Case number | CAC-ADREU-004721 |
---|---|
Time of filing | 2007-10-04 12:56:02 |
Domain names | coemi.eu |
Case administrator
Name | Josef Herian |
---|
Complainant
Organization / Name | COEMI, Wiśniewscy, Open vennootschap, Grzegorz and Jadwiga Wiśniewski |
---|
Respondent
Organization / Name | J.P. Klomp |
---|
Feitelijke situatie
De klagende partij is COEMI Wiśniewscy, open vennootschap naar Pools recht, met maatschappelijke zetel te 95-082 PABIANICE (POLEN), Chechło I, Pabianicka 15, en gekend onder KRS nr. 0000240560.
Klager opereert onder de handelsnaam COEMI en verkoopt damesondergoed. Klager beschikt zowel over een Pools beeld- en woordmerk als over een Gemeenschapsmerk, beiden bevattend het woord “COEMI”. Klager heeft eveneens “COEMI.PL” als domeinnaam geregistreerd en opereert ondermeer middels de overeenkomstige website.
De verwerende partij is de Heer J.P. KLOMP, wonende te 6641 MJ BEUNINGEN (NEDERLAND), Zuil 120. Verweerder opereert onder de benaming “PMOLK”, doch heeft geen gekende bedrijvigheid.
Verweerder heeft op 11 juli 2006 Domeinnaam “COEMI.EU” geregistreerd.
Klager heeft op 29 september 2007 een klacht ingediend en gewijzigd op 12 oktober 2007.
Verweerder maakte op 20 februari 2008 melding van de wil tot beëindiging van het geschil.
Klager opereert onder de handelsnaam COEMI en verkoopt damesondergoed. Klager beschikt zowel over een Pools beeld- en woordmerk als over een Gemeenschapsmerk, beiden bevattend het woord “COEMI”. Klager heeft eveneens “COEMI.PL” als domeinnaam geregistreerd en opereert ondermeer middels de overeenkomstige website.
De verwerende partij is de Heer J.P. KLOMP, wonende te 6641 MJ BEUNINGEN (NEDERLAND), Zuil 120. Verweerder opereert onder de benaming “PMOLK”, doch heeft geen gekende bedrijvigheid.
Verweerder heeft op 11 juli 2006 Domeinnaam “COEMI.EU” geregistreerd.
Klager heeft op 29 september 2007 een klacht ingediend en gewijzigd op 12 oktober 2007.
Verweerder maakte op 20 februari 2008 melding van de wil tot beëindiging van het geschil.
A. Klager
1. Klager geeft te kennen dat zij op Europees (en internationaal) vlak actief is en dat zij bijgevolg elk belang heeft bij een registratie van de Domeinnaam COEMI.EU.
Klager baseert haar klacht op artikel 21 (1) van Verordening (EG) nr. 874/2004 van 28 april 2004. Zij meent dat de registratie van de kwestieuze Domeinnaam een speculatief of ontoelaatbaar karakter heeft omdat er een identieke of misleidende gelijkenis aanwezig is van de Domeinnaam ten opzichte van één of meer namen die door de Europese of nationale rechtsordes erkend werden.
Verder beweert Klager dat er in hoofde van Verweerder geen enkel recht of gewettigd belang aanwezig is.
2. Klager stelt dat het kenmerkende deel van de Domeinnaam (“COEMI”) identiek is aan verschillende namen die in de Poolse en/of Europese rechtsorde erkend werden.
Vooreerst is Klager sinds enkele jaren de registrant van de domeinnaam “COEMI.PL”. Thans wenst zij de rechten te verwerven over het gelijknamige .EU-domein.
Verder bewijst Klager de erkenning van haar handels- en vennootschapsnaam met een afschrift uit het Pools Nationaal Rechtbank Register (KRS). De inschrijving werd doorgevoerd op 2 september 2005. Haar vennootschapsnaam is “COEMI Wiśniewscy” en bevat duidelijk het woord “COEMI”; haar handelsnaam is “COEMI”.
Tenslotte wijst Klager naar twee merken die zij in het verleden liet registreren. Enerzijds werd het Pools woord- en beeldmerk “COEMI” geregistreerd op 20 juli 1998, gekend met nummer 104144. Anderzijds verwijst Klager naar de registratie van het Gemeenschapsmerk “COEMI” op 8 augustus 2006 met nummer 004285482.
Klager wenst met deze vier registraties aan te tonen dat de eerste voorwaarde voor de speculatieve of ontoelaatbare registratie voldaan is.
3. Daarnaast beweert Klager dat elke aantoonbare belang bij Verweerder ontbreekt.
Klager verwijst naar artikel 21 (2) van Verordening (EG) nr. 874/2004, waarin de verschillende gronden tot gewettigd belang worden opgesomd. Volgens Klager voldoet Verweerder aan geen van deze gronden.
3.1. Verweerder heeft de Domeinnaam niet gebruikt in het kader van het aanbieden van goederen of diensten en heeft hiertoe ook geen zichtbare voorbereidingen getroffen. Klager duidt op de onderliggende website van de Domeinnaam.
De website biedt zelf geen goederen of diensten aan, en bevat geen relevante contactinformatie. De website beperkt zich daarentegen tot links naar en reclame voor andere websites. Men mag dit soort websites niet aanvaarden.
Klager vindt steun in eerdere ADR-beslissingen, te weten ADR 04410 (Mäurer & Wirtz tegen Fienna.com).
3.2. Volgens Klager staat Verweerder niet bekend onder de naam “COEMI” of onder een gelijkaardige naam.
3.3. Vervolgens gebruikt Verweerder volgens Klager de Domeinnaam niet op een wettige en niet-commerciële of eerlijke wijze, zonder consumenten te misleiden of schade te berokkenen aan een door Europees recht erkende naam. Verweerder heeft geen enkel gebruik gemaakt in de zin van artikel 21 (2) (c) van Verordening (EG) nr. 874/2004.
3.4. Tenslotte meldt Klager dat het niet haar taak is om het bewijs te leveren van het ontbreken van de genoemde omstandigheden, doch dat zij zich mag beperken tot het geloofwaardig en aannemelijk maken ervan. Het negatief bewijs is praktisch niet haalbaar. Klager steunt zich op ADRnr. 01304 (Kemet International Ltd tegen Vinitsia Ltd).
Klager baseert haar klacht op artikel 21 (1) van Verordening (EG) nr. 874/2004 van 28 april 2004. Zij meent dat de registratie van de kwestieuze Domeinnaam een speculatief of ontoelaatbaar karakter heeft omdat er een identieke of misleidende gelijkenis aanwezig is van de Domeinnaam ten opzichte van één of meer namen die door de Europese of nationale rechtsordes erkend werden.
Verder beweert Klager dat er in hoofde van Verweerder geen enkel recht of gewettigd belang aanwezig is.
2. Klager stelt dat het kenmerkende deel van de Domeinnaam (“COEMI”) identiek is aan verschillende namen die in de Poolse en/of Europese rechtsorde erkend werden.
Vooreerst is Klager sinds enkele jaren de registrant van de domeinnaam “COEMI.PL”. Thans wenst zij de rechten te verwerven over het gelijknamige .EU-domein.
Verder bewijst Klager de erkenning van haar handels- en vennootschapsnaam met een afschrift uit het Pools Nationaal Rechtbank Register (KRS). De inschrijving werd doorgevoerd op 2 september 2005. Haar vennootschapsnaam is “COEMI Wiśniewscy” en bevat duidelijk het woord “COEMI”; haar handelsnaam is “COEMI”.
Tenslotte wijst Klager naar twee merken die zij in het verleden liet registreren. Enerzijds werd het Pools woord- en beeldmerk “COEMI” geregistreerd op 20 juli 1998, gekend met nummer 104144. Anderzijds verwijst Klager naar de registratie van het Gemeenschapsmerk “COEMI” op 8 augustus 2006 met nummer 004285482.
Klager wenst met deze vier registraties aan te tonen dat de eerste voorwaarde voor de speculatieve of ontoelaatbare registratie voldaan is.
3. Daarnaast beweert Klager dat elke aantoonbare belang bij Verweerder ontbreekt.
Klager verwijst naar artikel 21 (2) van Verordening (EG) nr. 874/2004, waarin de verschillende gronden tot gewettigd belang worden opgesomd. Volgens Klager voldoet Verweerder aan geen van deze gronden.
3.1. Verweerder heeft de Domeinnaam niet gebruikt in het kader van het aanbieden van goederen of diensten en heeft hiertoe ook geen zichtbare voorbereidingen getroffen. Klager duidt op de onderliggende website van de Domeinnaam.
De website biedt zelf geen goederen of diensten aan, en bevat geen relevante contactinformatie. De website beperkt zich daarentegen tot links naar en reclame voor andere websites. Men mag dit soort websites niet aanvaarden.
Klager vindt steun in eerdere ADR-beslissingen, te weten ADR 04410 (Mäurer & Wirtz tegen Fienna.com).
3.2. Volgens Klager staat Verweerder niet bekend onder de naam “COEMI” of onder een gelijkaardige naam.
3.3. Vervolgens gebruikt Verweerder volgens Klager de Domeinnaam niet op een wettige en niet-commerciële of eerlijke wijze, zonder consumenten te misleiden of schade te berokkenen aan een door Europees recht erkende naam. Verweerder heeft geen enkel gebruik gemaakt in de zin van artikel 21 (2) (c) van Verordening (EG) nr. 874/2004.
3.4. Tenslotte meldt Klager dat het niet haar taak is om het bewijs te leveren van het ontbreken van de genoemde omstandigheden, doch dat zij zich mag beperken tot het geloofwaardig en aannemelijk maken ervan. Het negatief bewijs is praktisch niet haalbaar. Klager steunt zich op ADRnr. 01304 (Kemet International Ltd tegen Vinitsia Ltd).
B. Verweerder
Verweerder bleef in gebreke te antwoorden op de klacht.
Behandeling en vaststelling
Klager baseert zich op de “Speculatieve en onrechtmatige registratie”, vervat in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 874/2004 van 28 april 2004 tot vaststelling van regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein en de beginselen inzake registratie. De regeling werd eveneens opgenomen in artikel 11 (d) (1) van het ADR-reglement.
Klager moet twee elementen aantonen:
1. Er moet een identieke of verwarrende gelijkenis aanwezig zijn tussen enerzijds de Domeinnaam zelf en anderzijds een naam van Klager die door de nationale en/of communautaire wetgeving geregistreerd of erkend werd.
Klager draagt twee merken naar voren, haar Pools merk en haar Gemeenschapsmerk, alsook een .pl-domeinnaam en haar handels- en vennootschapsnaam.
Naar vaste rechtspraak (ADRnr. 00596, 01959 en 04466) wordt de .eu-suffix bij vergelijking tussen namen achterwege gelaten; er wordt alleen rekening gehouden met het relevante deel uit de domeinnaam.
Het Panel stelt vast dat de Domeinnaam identiek is aan zowel het Pools merk, het Gemeenschapsmerk, de handelsnaam én de .pl-domeinnaam van Klager. De Domeinnaam is bovendien verwarrend gelijkend op de vennootschapsnaam van Klager.
Het Panel stelt vast dat aan de eerste voorwaarde voldaan werd.
2. Verder moet Klager één van de twee facultatieve voorwaarden voldoen: het aantonen van de kwade trouw of van de afwezigheid van rechten of gewettigd belang in hoofde van Verweerder. Klager heeft voor het laatste gekozen.
Verweerder bleef in gebreke enig verweer aan te voeren op de klacht van Klager. Zulks toon de afwezigheid van belang in hoofde van Verweerder aan.
Bovendien heeft Verweerder middels zijn vertegenwoordiger laten weten zich te willen verzoenen en akkoord te gaan met een overdracht van de Domeinnaam. Hier leidt het Panel eveneens een afwezigheid van belang uit af. (Het aanbod mag dan wel melding maken van de domeinnaam “COEMI.NL”, toch mag aangenomen worden dat het wel degelijk om “COEMI.EU” gaat.)
Niets uit het dossier doet vermoeden dat Verweerder zich zou kunnen beroepen op één van de rechtvaardigingsgronden uit artikel 21 (2) van Verordening (EG) nr. 874/2004.
Bovendien heeft Klager deze de afwezigheid van enige rechtvaardigingsgrond genoegzaam aangetoond of minstens aannemelijk gemaakt.
Aldus is het Panel van oordeel dat voldaan is aan voorwaarde (a) van artikel 21 (1) van Verordening (EG) Nr. 874/2004.
Voorwaarde (b) wordt hierbij overbodig, aangezien het facultatieve voorwaarden betreft.
3. Klager voldoet aan het bepaalde in artikel 4 (2) (b) van Verordening (EG) nr. 733/2002. Er mag tot overdracht bevolen worden.
Klager moet twee elementen aantonen:
1. Er moet een identieke of verwarrende gelijkenis aanwezig zijn tussen enerzijds de Domeinnaam zelf en anderzijds een naam van Klager die door de nationale en/of communautaire wetgeving geregistreerd of erkend werd.
Klager draagt twee merken naar voren, haar Pools merk en haar Gemeenschapsmerk, alsook een .pl-domeinnaam en haar handels- en vennootschapsnaam.
Naar vaste rechtspraak (ADRnr. 00596, 01959 en 04466) wordt de .eu-suffix bij vergelijking tussen namen achterwege gelaten; er wordt alleen rekening gehouden met het relevante deel uit de domeinnaam.
Het Panel stelt vast dat de Domeinnaam identiek is aan zowel het Pools merk, het Gemeenschapsmerk, de handelsnaam én de .pl-domeinnaam van Klager. De Domeinnaam is bovendien verwarrend gelijkend op de vennootschapsnaam van Klager.
Het Panel stelt vast dat aan de eerste voorwaarde voldaan werd.
2. Verder moet Klager één van de twee facultatieve voorwaarden voldoen: het aantonen van de kwade trouw of van de afwezigheid van rechten of gewettigd belang in hoofde van Verweerder. Klager heeft voor het laatste gekozen.
Verweerder bleef in gebreke enig verweer aan te voeren op de klacht van Klager. Zulks toon de afwezigheid van belang in hoofde van Verweerder aan.
Bovendien heeft Verweerder middels zijn vertegenwoordiger laten weten zich te willen verzoenen en akkoord te gaan met een overdracht van de Domeinnaam. Hier leidt het Panel eveneens een afwezigheid van belang uit af. (Het aanbod mag dan wel melding maken van de domeinnaam “COEMI.NL”, toch mag aangenomen worden dat het wel degelijk om “COEMI.EU” gaat.)
Niets uit het dossier doet vermoeden dat Verweerder zich zou kunnen beroepen op één van de rechtvaardigingsgronden uit artikel 21 (2) van Verordening (EG) nr. 874/2004.
Bovendien heeft Klager deze de afwezigheid van enige rechtvaardigingsgrond genoegzaam aangetoond of minstens aannemelijk gemaakt.
Aldus is het Panel van oordeel dat voldaan is aan voorwaarde (a) van artikel 21 (1) van Verordening (EG) Nr. 874/2004.
Voorwaarde (b) wordt hierbij overbodig, aangezien het facultatieve voorwaarden betreft.
3. Klager voldoet aan het bepaalde in artikel 4 (2) (b) van Verordening (EG) nr. 733/2002. Er mag tot overdracht bevolen worden.
Beslissing
Om bovengenoemde redenen heeft het Panel in overeenstemming met de § B12 (b) en (c) van de ADR-Voorschriften besloten over
overdracht domeinnaam COEMI op de Klager
overdracht domeinnaam COEMI op de Klager
PANELISTS
Name | M. Didier Deneuter, Attorney at law |
---|
Datum Arbitrage-beslissing
2008-02-29