Case number | CAC-ADREU-008757 |
---|---|
Time of filing | 2025-05-27 10:41:15 |
Domain names | barger.eu |
Case administrator
Organization | Iveta Špiclová (Czech Arbitration Court) (Case admin) |
---|
Complainant
Name | Maximilian Barger |
---|
Respondent
Organization | Evolution Media e.U. |
---|
De Klager is Maximilian Barger, een burger van Oostenrijk. Er wordt geen informatie verstrekt over de activiteiten van de Klager.
De betwiste domeinnaam <barger.eu> (hierna ‘de Domeinnaam’) werd op 9 juni 2012 geregistreerd.
Het Panel stelt vast dat op het moment van het schrijven van de Beslissing, de Domeinnaam de Internetgebruiker leidde naar een pagina onder de domeinnaam <sedo.com>, waarop de Domeinnaam te koop werd aangeboden voor een bedrag van 2.599 EUR.
De Klager meent rechten te hebben op de Domeinnaam op basis van zijn familienaam. Klager meent dat de Verweerder geen enkele gerechtvaardigde claim op de naam “Barger” heeft, noch een zichtbare of aantoonbare connectie met die naam. De Klager stelt ook dat de Domeinnaam nooit actief is gebruikt voor een bedrijf of organisatie met die naam en staat geparkeerd sinds ten minste 2018. Volgens Klager ondersteunt het aanbod tot verkoop van de Domeinnaam en de verkoopprijs de bewering dat de Domeinnaam te kwader trouw en voor speculatieve doeleinden werd geregistreerd.
De Verweerder heeft niet geantwoord op de Klacht.
§B(11)(d)(1) van de ADR Voorschriften bepaalt dat de Klager dient aan te tonen dat:
i) de domeinnaam identiek is aan of verwarrend veel lijkt op een naam waarvoor een recht wordt erkend of vastgesteld door het nationale recht van een lidstaat en/of het recht van de Europese Unie en; of
(ii) de domeinnaam door de Verweerder geregistreerd is zonder rechten of legitiem belang bij de naam; of
(iii) de domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
Hierna wordt onderzocht of aan de verschillende voorwaarden van dit artikel is voldaan.
De bewijslast van de voorwaarden van voornoemd artikel ligt bij de Klager. De houder van de Domeinnaam dient evenwel op zijn beurt te goeder trouw mee te werken door bewijs aan te leveren dat hij een gewettigd belang heeft (of beweert te hebben) aangaande de Domeinnaam (Zaak nr. 2035, Warema Renkhoff GmbH, Oliver Germer vs. Cervos Enterprises Ltd., Andreas Constantinou, 10 augustus 2006 (warema.eu)).
- Domeinnaam identiek of verwarrend gelijkend met erkende of vastgestelde rechten van Klager
Artikel 9(2) van de Uitvoeringsverordening (EU) 2020/857 van de Commissie van 17 juni 2020, tot vaststelling van de beginselen die overeenkomstig Verordening (EU) 2019/517 van het Europees Parlement en de Raad moeten worden opgenomen in de overeenkomst tussen de Europese Commissie en het register van het .eu-topniveaudomein, erkent de familienaam als een van de rechten waarop een vordering kan worden gebaseerd, voor zover deze krachtens het nationale recht beschermd is in de lidstaten waar de familienaam wordt aangehouden.
De Klager beroept zich op § 43 van het Allgemeines Bürgerliches Gesetzbuch (ABGB) in Oostenrijk om aan te tonen dat zijn achternaam “Barger” beschermd wordt tegen ongeoorloofd gebruik ervan op grond van het Oostenrijkse recht. De Klager legt een kopie voor van zijn paspoort in dat verband. Volgens het Panel toont de Klager hiermee aan een recht te hebben op een naam in de zin van § B(11)(d)(1)(i) van de ADR Voorschriften.
Het Panel stelt vast dat de familienaam waarop de Klager zich beroept volledig wordt opgenomen in de Domeinnaam. Aangezien het TLD “. eu” op grond van vaststaande rechtspraak geen onderdeel uitmaakt van de vergelijking tussen het door de Klager ingeroepen recht en de Domeinnaam, stelt het Panel vast dat de Domeinnaam identiek is aan het naamrecht van de Klager, zodat aan § B(11)(d)(1)(i) van de ADR Voorschriften is voldaan.
- Rechten op of legitieme belangen bij de Domeinnaam
Overeenkomstig § B(11)(d)(1)(ii) van de ADR-Voorschriften draagt de Klager de bewijslast om aan te tonen dat de Verweerder geen rechten of gerechtvaardigde belangen bij de Domeinnaam heeft.
Het wordt algemeen aanvaard dat het voldoende is voor de Klager om prima facie aan te tonen dat de Verweerder geen recht of legitiem belang heeft in de Domeinnaam om de bewijslast te doen verschuiven naar de Verweerder (zie Tüpraş Türkiye Petrol Rafinerileri A.S. v. Nadir All / Allnado, WIPO Case No. DEU2017-0006, en sectie 2.1 WIPO Overview 3.0).
Het Panel is van oordeel dat de Klager prima facie bewijs heeft geleverd dat de Verweerder geen recht of legitiem belang heeft met betrekking tot de Domeinnaam. De Klager stelt dat de Domeinnaam geparkeerd staat sinds ten minste 2018 en te koop wordt aangeboden voor een bedrag van 2.599 EUR, wat ver boven de normale registratiekosten ligt van een .eu-domeinnaam van vergelijkbare lengte. Het Panel heeft dit kunnen nagaan en het wordt ook niet betwist door Verweerder. Volgens het Panel kan prima facie geen recht of legitiem belang worden afgeleid uit dergelijk gebruik van de Domeinnaam.
Het Panel merkt bovendien op dat de Verweerder “Evolution Media e.U.” als naam heeft opgegeven. Niets wijst erop dat Verweerder bekend zou staan bij het publiek onder de Domeinnaam of gelijknamige rechten zou hebben verkregen.
De bewijslast verschuift dan ook naar de Verweerder om rechten op of legitieme belangen bij de Domeinnaam aan te tonen.
Aangezien de Verweerder niet heeft geantwoord op de Klacht is het Panel van oordeel dat het voldoende aannemelijk is gemaakt dat de Verweerder geen recht of legitiem belang heeft in de Domeinnaam.
- Registratie of gebruik te kwader trouw
Overeenkomstig § B(11)(d)(1) van de ADR-Voorschriften worden (ii) het gebrek aan rechten op of gerechtvaardigde belangen bij de domeinnaam en (iii) registratie of gebruik te kwader trouw beschouwd als alternatieve voorwaarden.
Aangezien het Panel reeds heeft vastgesteld dat het voldoende aannemelijk is gemaakt dat de Verweerder geen recht of legitiem belang heeft in de Domeinnaam moet niet meer in overweging worden genomen of de Domeinnaam ook is geregistreerd of gebruikt te kwader trouw.
Volledigheidshalve acht het Panel het niet bewezen dat Verweerder de Domeinnaam te kwader trouw zou hebben geregistreerd of gebruikt. Klager toont niet aan dat Verweerder de Domeinnaam zou hebben geregistreerd of gebruikt om te profiteren van enige goodwill of een goed imago van Klager.
Beschikbare voorzieningen
Volgens § B(11)(b) van de ADR-Voorschriften zijn de voorzieningen beschikbaar in het kader van de ADR-procedure beperkt tot de opheffing van de betwiste domeinnaam of, als de Klager voldoet aan de algemene geschiktheidscriteria voor registratie bedoeld in artikel 3 van de Verordening (EU) 2019/517, de overdracht van de betwiste domeinnaam aan de Klager.
De ontvankelijkheidscriteria van artikel 3 van de Verordening (EU) 2019/517 bepalen het volgende: “De registratie van één of meer domeinnamen onder het .eu-TLD kan worden aangevraagd door:
- a) een Unieburger, ongeacht zijn woonplaats;
- b) een natuurlijke persoon die geen Unieburger is en die in een lidstaat woont;
- c) een in de Unie gevestigde onderneming, en
- d) een in de Unie gevestigde organisatie, zonder afbreuk te doen aan de toepassing van het nationale recht.”
In de huidige zaak is de Klager een burger van Oostenrijk, en dus een Unieburger. Bijgevolg is het Panel van mening dat Klager voldoet aan de relevante ontvankelijkheidscriteria en het recht heeft om de Domeinnaam op zich te laten overdragen.
Om bovengenoemde redenen heeft het Panel in overeenstemming met de § B12 (b) en (c) van de ADR-Voorschriften besloten over de toekenning van de Klacht, en de overdracht van de Domeinnaam aan de Klager.
PANELISTS
Name | Flip Petillion |
---|