Case number | CAC-ADREU-006816 |
---|---|
Time of filing | 2019-03-20 11:04:59 |
Domain names | deutsch.eu |
Case administrator
Organization | Iveta Špiclová (Czech Arbitration Court) (Case admin) |
---|
Complainant
Organization | Aron Deutsch ( ) |
---|
Respondent
Organization | RvdS Consultancy (RvdS Consultancy) |
---|
Vul de gegevens in over andere gerechtelijke procedures, die volgens de informatie van her ADR Panel lopen of waarin beslist is en die betrekking hebben op de betwiste domeinnaam
Volgens opgave van de Klager lopen er geen andere procedures ter zake van de betwiste domeinnaam <deutsch.eu> (de "Domeinnaam").
Feitelijke situatie
De familienaam van de Klager is “Deutsch” en hij is sinds 2010 zelfstandig gevestigd in Wenen, waar hij activiteiten uitoefent in het kader van IT Consulting en Software Engineering. Deze activiteiten voert hij voornamelijk uit in de lidstaten Oostenrijk en Duitsland.
De Verweerder heeft de Domeinnaam op 29 november 2018 geregistreerd. Op 12 juni 2018 heeft de Klager zijn Klacht in de onderhavige ADR procedure ingediend. De Klager verzoekt om overdracht van de Domeinnaam.
De Verweerder heeft geen Verweer ingediend. Het het ADRCentrum bij het Arbitragehof van de Tsjechische Republiek (het “ADRCentrum”) heeft de Verweerder op 20 februari 2019 een “Kennisgeving van niet nakomen van verplichtingen door Verweerder” gestuurd. Op 26 februari 2019 heeft het ADRCentrum Alfred Meijboom als Panelist aangewezen. De Panelist heeft op 26 februari 2019 de verklaring van onpartijdigheid en onafhankelijkheid afgelegd.
De Verweerder heeft de Domeinnaam op 29 november 2018 geregistreerd. Op 12 juni 2018 heeft de Klager zijn Klacht in de onderhavige ADR procedure ingediend. De Klager verzoekt om overdracht van de Domeinnaam.
De Verweerder heeft geen Verweer ingediend. Het het ADRCentrum bij het Arbitragehof van de Tsjechische Republiek (het “ADRCentrum”) heeft de Verweerder op 20 februari 2019 een “Kennisgeving van niet nakomen van verplichtingen door Verweerder” gestuurd. Op 26 februari 2019 heeft het ADRCentrum Alfred Meijboom als Panelist aangewezen. De Panelist heeft op 26 februari 2019 de verklaring van onpartijdigheid en onafhankelijkheid afgelegd.
A. Klager
Klager baseert zijn vordering op het volgende:
- Klager heeft een particuliere interesse om zijn familienaam “Deutsch” te beschermen en de Domeinnaam zelf en rechtmatig te gebruiken. Als zelfstandige die onder zijn familienaam in het handelsverkeer actief is, is de aanwezigheid onder de Domeinnaam van groot belang, met name in verband met zijn professionele presentatie en zichtbaarheid op het internet.
- De houdeVerweerder heeft geen rechten op de naam “Deutsch” en heeft geen gerechtvaardigd belang. Bovendien is er sprake van een onrechtmatige registratie te kwader trouw zoals bedoeld in artikel 21 van Verordening (EG) 874/2004 (de "Verordening").
- Overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de Verordening juncto §43 van het Oostenrijks Burgerlijk Wetboek (Allgemeines bürgerliches Gesetzbuch/ ABGB) heeft Klager het recht om een klacht in te dienen tegen de Domeinnaam, omdat hij een vroeger recht heft omdat de Domeinnaam identiek is aan zijn familienaam.
- De registratie van de Domeinnaam is te kwader trouw geschied op grond van artikel 21 sub b junto 21 lid 3 sub a van de Verordening. De Verweerder exploiteert een website die geen verband houdt met de familienaam “Deutsch”. Toen de website op 7 augustus 2017 werd opgeroepen, werd de Domeinnaam door middel van een formulier te koop aangeboden. Aangezien de Verweerder klaarblijkelijk geen connectie heeft met de familienaam “Deutsch” en er geen bijzonder duidelijk belang, zoals een handelsnaam, bestaat moet ervan worden uitgegaan dat de aankoop van de Domeinnaam enkel heeft plaatsgevonden met de bedoeling om de Domeinnaam te verkopen, te verhuren of op andere wijze over te dragen aan de houder van deze familienaam. Deze bedoeling blijkt ook uit de communicatie met de Verweerder die op 28 November 2018 aan Klager schreef “I can see why you’re interested in acquiring deutsch.eu, but I hope your interest is commercial as it won’t come cheap.”
- De registratie van de Domeinnaam is tevens te kwader trouw op grond van artikel 21 sub b junto 21 lid 3 sub e van de Verordening omdat de Verweerder geen particuliere of zakelijke connectie met de Domeinnaam heeft.
- De Verweerder heeft geen gerechtvaardigd belang zoals bedoeld in artikel 21 lid 2 van van de Verordening. Hij is niet actief onder deze naam op het internet en er bestaat ook voor het overige geen identificeerbaar verband tussen de Verweerder en de naam “Deutsch”.
- Klager heeft een particuliere interesse om zijn familienaam “Deutsch” te beschermen en de Domeinnaam zelf en rechtmatig te gebruiken. Als zelfstandige die onder zijn familienaam in het handelsverkeer actief is, is de aanwezigheid onder de Domeinnaam van groot belang, met name in verband met zijn professionele presentatie en zichtbaarheid op het internet.
- De houdeVerweerder heeft geen rechten op de naam “Deutsch” en heeft geen gerechtvaardigd belang. Bovendien is er sprake van een onrechtmatige registratie te kwader trouw zoals bedoeld in artikel 21 van Verordening (EG) 874/2004 (de "Verordening").
- Overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de Verordening juncto §43 van het Oostenrijks Burgerlijk Wetboek (Allgemeines bürgerliches Gesetzbuch/ ABGB) heeft Klager het recht om een klacht in te dienen tegen de Domeinnaam, omdat hij een vroeger recht heft omdat de Domeinnaam identiek is aan zijn familienaam.
- De registratie van de Domeinnaam is te kwader trouw geschied op grond van artikel 21 sub b junto 21 lid 3 sub a van de Verordening. De Verweerder exploiteert een website die geen verband houdt met de familienaam “Deutsch”. Toen de website op 7 augustus 2017 werd opgeroepen, werd de Domeinnaam door middel van een formulier te koop aangeboden. Aangezien de Verweerder klaarblijkelijk geen connectie heeft met de familienaam “Deutsch” en er geen bijzonder duidelijk belang, zoals een handelsnaam, bestaat moet ervan worden uitgegaan dat de aankoop van de Domeinnaam enkel heeft plaatsgevonden met de bedoeling om de Domeinnaam te verkopen, te verhuren of op andere wijze over te dragen aan de houder van deze familienaam. Deze bedoeling blijkt ook uit de communicatie met de Verweerder die op 28 November 2018 aan Klager schreef “I can see why you’re interested in acquiring deutsch.eu, but I hope your interest is commercial as it won’t come cheap.”
- De registratie van de Domeinnaam is tevens te kwader trouw op grond van artikel 21 sub b junto 21 lid 3 sub e van de Verordening omdat de Verweerder geen particuliere of zakelijke connectie met de Domeinnaam heeft.
- De Verweerder heeft geen gerechtvaardigd belang zoals bedoeld in artikel 21 lid 2 van van de Verordening. Hij is niet actief onder deze naam op het internet en er bestaat ook voor het overige geen identificeerbaar verband tussen de Verweerder en de naam “Deutsch”.
B. Verweerder
De Verweerder heeft geen Verweer ingediend binnen de termijn gesteld in artikel B 3 (a) van de Voorschriften voor alternatieve geschillenbeslechting eu. domeinen (de “Voorschriften ADR”).
Behandeling en vaststelling
Allereerst stelt de Panelist vast dat de Verweerder heeft nagelaten zijn Verweer in te dienen binnen de gestelde termijn. Op grond van artikel B 10 (a) en (b) van de Voorschriften ADR mag de Panelist het niet-nakomen van een termijn als grond beschouwen voor het toekennen van de verzochte voorzieningen en rechtsmaatregelen van de andere partij.
Artikel B1 (b) (10) juncto B11 (d) (1) van de Voorschriften ADR schrijft voor dat de Klacht de gronden moet beschrijven waarop de klacht berust, meer in het bijzonder moet Klager aantonen:
- waarom de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met de aanduiding of aanduidingen ten aanzien waarvan een recht wordt erkend of vastgesteld door het nationale en/of communautaire recht; en
- of de Domeinnaam door Verweerder zijn geregistreerd zonder rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam; of
- waarom zou moeten worden aangenomen dat de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of worden gebruikt.
Deze gronden moeten worden uitgelegd in het licht van artikel 21 van de Public Policy zodat Klager moet aantonen dat de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met de bedoelde door wetgeving beschermde aanduiding(en) en Verweerder geen rechten op of gerechtvaardigd belang heeft bij de Domeinnaam, dan wel de Domeinnaam te kwader trouw heeft geregistreerd of gebruikt.
Paragraaf B1 (b) (11) van de Voorschriften ADR bepaalt welke rechtsmaatregelen kunnen worden verlangd. Dat zijn opheffing van de Domeinnaam of overdracht van de Domeinnaam aan Klager, indien Klager– kort gezegd – in de Gemeenschap is gevestigd.
De Verordening, Voorschriften ADR of andere toepasselijke regels bepalen niet dat Klager binnen een bepaalde tijd een vordering zoals in deze zaak moet instellen, zodat de Klacht ontvankelijk is.
De Panelist zal in het licht van het vorenstaande eerst bepalen of aan de formele eisen van artikel 21 van de Verordening is voldaan.
De Klager moet als eerste aantonen dat de Domeinnaam identiek is aan of op verwarringwekkende manier overeenstemmen met de naam waarop hij een wettelijk recht heeft. De Klager heeft met de in deze procedure ingebrachte stukken, waaronder een kopie van zijn paspoort, genoegzaam aangetoond dat hij de familienaam "Deutsch" voert. Er is dus voldaan aan de eis van paragraaf B1 (b) (9) van de Voorschriften ADR dat bepaalt dat de Klager exact vermeldt op welk type recht zij een beroep doet. De familienaam "Deutsch" en de Domeinnaam zijn identiek.
Voorts moet worden beoordeeld of de Domeinnaam door de Verweerder is geregistreerd zonder dat hij rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam heeft.
De Domeinnaam leidt niet naar een website die actief is. Aangezien de Panelist geen van de in artikel 21 lid 2 van de Verordening genoemde gewettigde belangen heeft geconstateerd en de Verweerder heeft nagelaten aan te tonen dat hij rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam kan doen gelden, terwijl de Klager voldoende heeft gesteld dat dit niet het geval is, komt de Panelist tot het oordeel dat de Verweerder geen rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam heeft.
Tenslotte moet nog worden beoordeeld of de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
Uit de e-mail correspondentie van de Verweerder volgt dat de Verweerder de Domeinnaam te koop heeft aangeboden aan de Klager. Deze emailcorrespondentie wijst erop dat de Verweerder de Domeinnaam heeft geregistreerd met het oog op de verkoop hiervan aan een een partij met een naam waarmee de Domeinnaam overeenstemt. In de eerdere uitspraken hebben Panels geoordeeld dat het te koop aanbieden van domeinnamen onder deze omstandigheid kan worden gezien als een bewijs dat de houder van de domeinnaam te kwader trouw handelde (ondermeer zaak 1043 <pixyfoto.eu> en zaak 982 <smartmachine.eu>). Nu de Verweerder heeft nagelaten het bestaan van kwade trouw te weerspreken, is de Panelist van oordeel dat de Klager voldoende heeft aangetoond dat de Verweerder de Domeinnaam te kwader trouw heeft geregistreerd.
Artikel B1 (b) (10) juncto B11 (d) (1) van de Voorschriften ADR schrijft voor dat de Klacht de gronden moet beschrijven waarop de klacht berust, meer in het bijzonder moet Klager aantonen:
- waarom de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met de aanduiding of aanduidingen ten aanzien waarvan een recht wordt erkend of vastgesteld door het nationale en/of communautaire recht; en
- of de Domeinnaam door Verweerder zijn geregistreerd zonder rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam; of
- waarom zou moeten worden aangenomen dat de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of worden gebruikt.
Deze gronden moeten worden uitgelegd in het licht van artikel 21 van de Public Policy zodat Klager moet aantonen dat de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met de bedoelde door wetgeving beschermde aanduiding(en) en Verweerder geen rechten op of gerechtvaardigd belang heeft bij de Domeinnaam, dan wel de Domeinnaam te kwader trouw heeft geregistreerd of gebruikt.
Paragraaf B1 (b) (11) van de Voorschriften ADR bepaalt welke rechtsmaatregelen kunnen worden verlangd. Dat zijn opheffing van de Domeinnaam of overdracht van de Domeinnaam aan Klager, indien Klager– kort gezegd – in de Gemeenschap is gevestigd.
De Verordening, Voorschriften ADR of andere toepasselijke regels bepalen niet dat Klager binnen een bepaalde tijd een vordering zoals in deze zaak moet instellen, zodat de Klacht ontvankelijk is.
De Panelist zal in het licht van het vorenstaande eerst bepalen of aan de formele eisen van artikel 21 van de Verordening is voldaan.
De Klager moet als eerste aantonen dat de Domeinnaam identiek is aan of op verwarringwekkende manier overeenstemmen met de naam waarop hij een wettelijk recht heeft. De Klager heeft met de in deze procedure ingebrachte stukken, waaronder een kopie van zijn paspoort, genoegzaam aangetoond dat hij de familienaam "Deutsch" voert. Er is dus voldaan aan de eis van paragraaf B1 (b) (9) van de Voorschriften ADR dat bepaalt dat de Klager exact vermeldt op welk type recht zij een beroep doet. De familienaam "Deutsch" en de Domeinnaam zijn identiek.
Voorts moet worden beoordeeld of de Domeinnaam door de Verweerder is geregistreerd zonder dat hij rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam heeft.
De Domeinnaam leidt niet naar een website die actief is. Aangezien de Panelist geen van de in artikel 21 lid 2 van de Verordening genoemde gewettigde belangen heeft geconstateerd en de Verweerder heeft nagelaten aan te tonen dat hij rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam kan doen gelden, terwijl de Klager voldoende heeft gesteld dat dit niet het geval is, komt de Panelist tot het oordeel dat de Verweerder geen rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam heeft.
Tenslotte moet nog worden beoordeeld of de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
Uit de e-mail correspondentie van de Verweerder volgt dat de Verweerder de Domeinnaam te koop heeft aangeboden aan de Klager. Deze emailcorrespondentie wijst erop dat de Verweerder de Domeinnaam heeft geregistreerd met het oog op de verkoop hiervan aan een een partij met een naam waarmee de Domeinnaam overeenstemt. In de eerdere uitspraken hebben Panels geoordeeld dat het te koop aanbieden van domeinnamen onder deze omstandigheid kan worden gezien als een bewijs dat de houder van de domeinnaam te kwader trouw handelde (ondermeer zaak 1043 <pixyfoto.eu> en zaak 982 <smartmachine.eu>). Nu de Verweerder heeft nagelaten het bestaan van kwade trouw te weerspreken, is de Panelist van oordeel dat de Klager voldoende heeft aangetoond dat de Verweerder de Domeinnaam te kwader trouw heeft geregistreerd.
Beslissing
Om bovengenoemde redenen beveelt het Panellid in overeenstemming met de § B12 (b) en (c) van de ADR-Voorschriften dat de domeinnaam <deutsch.eu> wordt overgedragen aan Aron Deutsch.
PANELISTS
Name | Alfred Meijboom |
---|
Datum Arbitrage-beslissing
2019-03-05