Case number | CAC-ADREU-008257 |
---|---|
Time of filing | 2022-03-22 19:00:38 |
Domain names | schwandner.eu |
Case administrator
Organization | Iveta Špiclová (Czech Arbitration Court) (Case admin) |
---|
Complainant
Organization | Klemens Björn Schwandner ( ) |
---|
Respondent
Organization | Domain Manager (Evolution Media e.U.) |
---|
Vul de gegevens in over andere gerechtelijke procedures, die volgens de informatie van her ADR Panel lopen of waarin beslist is en die betrekking hebben op de betwiste domeinnaam
Volgens opgave van de Klager lopen er geen andere procedures ter zake van de betwiste domeinnaam <schwander.eu> (de "Domeinnaam").
Feitelijke situatie
De Klager is een inwoner van Duitsland wiens familienaam blijkens de overgelegde kopie van zijn identiteitsbewijs Schwandner is.
De Verweerder heeft de Domeinnaam geregistreerd op 24 oktober 2011. De Domeinnaam verwijst naar een website die de Domeinnaam te koop aanbiedt.
De Klager heeft de Klacht op 29 december 2021 in het Duits ingediend, en toen hem op 5 januari 2022 werd meegedeeld dat de taal van de registratieovereenkomst, en daarmee van deze procedure, Nederlands is, heeft de Klager op 5 januari 2022 een gewijzigde Klacht in het Nederlands ingediend.
De Verweerder heeft de Domeinnaam geregistreerd op 24 oktober 2011. De Domeinnaam verwijst naar een website die de Domeinnaam te koop aanbiedt.
De Klager heeft de Klacht op 29 december 2021 in het Duits ingediend, en toen hem op 5 januari 2022 werd meegedeeld dat de taal van de registratieovereenkomst, en daarmee van deze procedure, Nederlands is, heeft de Klager op 5 januari 2022 een gewijzigde Klacht in het Nederlands ingediend.
A. Klager
De Klager voert aan dat zijn familienaam Schwandner is, die overeenkomstig artikel 10 lid 1 van verordening (EG) nr. 874/2004 juncto § 12 van het Duitse Burgerlijk Wetboek is beschermd, en dat de Domeinnaam daar identiek aan is.
Volgens de Klager heeft de Verweerder geen rechtmatig belang bij de Domeinnaam omdat hij noch een handelsmerk, noch een bedrijfsnaam, noch de familienaam van de Verweerder is. De Verweerder biedt de Domeinnaam te koop aan voor EUR 999 via een gespecialiseerde dienstverlener en wordt er verder geen gebruik van de Domeinnaam gemaakt. De Klager stelt uitdrukkelijk dat hij het aan het Panel wil overlaten om te beoordelen of dit al een registratie te kwader trouw is.
Volgens de Klager heeft de Verweerder geen rechtmatig belang bij de Domeinnaam omdat hij noch een handelsmerk, noch een bedrijfsnaam, noch de familienaam van de Verweerder is. De Verweerder biedt de Domeinnaam te koop aan voor EUR 999 via een gespecialiseerde dienstverlener en wordt er verder geen gebruik van de Domeinnaam gemaakt. De Klager stelt uitdrukkelijk dat hij het aan het Panel wil overlaten om te beoordelen of dit al een registratie te kwader trouw is.
B. Verweerder
De Verweerder heeft geen Verweer gevoerd.
Behandeling en vaststelling
1. Het Panel stelt vast dat de Verweerder heeft nagelaten een Verweer in te dienen binnen de gestelde termijn. Artikel B 10 (a) en (b) van de Voorschriften ADR bepaalt in dat verband:
“[i][n het geval dat een Partij één van de termijnen niet nakomt die in deze ADR-Voorschriften of door het Panel zijn bevolen, gaat het Panel over tot de beslissing op de Klacht en kan het niet nakomen van een termijn als grond beschouwd worden voor het toekennen van de verzochte voorzieningen en rechtsmaatregelen van de andere Partij”.
De Klacht kan evenwel alleen worden toegewezen indien de Klager voldoende heeft gesteld en aangetoond (zie IV.7 van het Overview of CAC Panel Views on Selected Questions of the Alternative Dispute Resolution for .EU Domain Name Disputes, 2nd Edition (”CAC .EU Overview 2.0”)).
2. Op grond van artikel 21(1) van Verordening (EG) 847/2004 en artikel B11(d)(1) van de ADR-Voorschriften, is het Panel bevoegd om een verzoek tot overdracht van de Domeinnaam toe te wijzen indien de Klager aantoont dat de Domeinnaam:
(a) identiek is aan of een verwarrende gelijkenis vertoont met een naam waarvoor in de nationale en/of communautaire wetgeving een recht is erkend of ingesteld, en indien hij:
(b) door de Verweerder zonder rechten op of gewettigde belang bij de naam is geregistreerd, of
(c) te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt
Bovendien dient de Klager te voldoen aan de basiscriteria voor registratie van “.eu” domeinnamen overeenkomstig artikel 4(2)(b) van de Verordening (EG) nr. 733/2002, zoals gewijzigd door artikel 20 juncto 22, laatste zin, van Verordening (EU) 517/2019.
3. Artikel 10(1) van de Verordening (EG) 847/2004 erkent de familienaam als een van de rechten waarop een vordering kan worden gebaseerd, voor zover deze wordt beschermd uit hoofde van het nationale recht in de lidstaat waar deze in bezit is. De Klager is een Duits staatsburger en beroept zich op zijn familienaam Schwandner als een erkend recht onder § 12 Duits Burgerlijk Wetboek, hetgeen de Verweerder niet heeft betwist. Ter staving van zijn oudere recht op zijn familienaam heeft de Klager een kopie van zijn identiteitsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat zijn recht op zijn familienaam dateert van voor de registratie van de Domeinnaam door Verweerder. Het Panel oordeelt dat Klager hiermee afdoende bewijs heeft geleverd van de rechtsgrond voor zijn claim.
4. Het Panel is van oordeel dat de Domeinnaam de familienaam “Schwander”, waarop de Klager zich beroept, in zijn geheel omvat. Aangezien het top level domain ‘. eu” op grond van bestendige jurisprudentie geen onderdeel uitmaakt van de vergelijking tussen het door de Klager ingeroepen recht en de Domeinnaam (zie III.1 CAC .EU Overview 2.0), stelt het Panel vast dat de Domeinnaam identiek is aan het naamrecht van de Klager, zodat aan de eerste eis van artikel 21(1) van Verordening (EG) 847/2004 is voldaan.
5. Voorts is het Panel van oordeel dat de Klager nogal summier, maar onbestreden, heeft aangevoerd dat de Verweerder niet bekend is onder de Domeinnaam of een daarmee overeenstemmende aanduiding, om welke reden het Panel vaststelt dat de Klager geen rechten op of gewettigde belang bij de Domeinnaam heeft. De Klager heeft derhalve ook aan de tweede eis van artikel 21(1) van Verordening (EG) 847/2004 voldaan.
6. Omdat vaststaat dat de Verweerder geen rechten op of gewettigd belang bij de Domeinnaam heeft hoeft het Panel geen uitspraak meer te doen over de, door de Klager niet beantwoorde, vraag of de Domeinnaam al dan niet te kwader trouw is geregistreerd en/of gebruikt.
7. De Klager is een Unieburger, die bovendien volgens eigen onbestreden stelling in een lidstaat van de Europese Unie woont, zodat hij gerechtigd is om een “eu” domeinnaam te registeren op grond van artikel 4(2)(a) van Verordening (EG) 733/2002, zoals gewijzigd door artikel 20 van Verordening (EU) 517/2019.
“[i][n het geval dat een Partij één van de termijnen niet nakomt die in deze ADR-Voorschriften of door het Panel zijn bevolen, gaat het Panel over tot de beslissing op de Klacht en kan het niet nakomen van een termijn als grond beschouwd worden voor het toekennen van de verzochte voorzieningen en rechtsmaatregelen van de andere Partij”.
De Klacht kan evenwel alleen worden toegewezen indien de Klager voldoende heeft gesteld en aangetoond (zie IV.7 van het Overview of CAC Panel Views on Selected Questions of the Alternative Dispute Resolution for .EU Domain Name Disputes, 2nd Edition (”CAC .EU Overview 2.0”)).
2. Op grond van artikel 21(1) van Verordening (EG) 847/2004 en artikel B11(d)(1) van de ADR-Voorschriften, is het Panel bevoegd om een verzoek tot overdracht van de Domeinnaam toe te wijzen indien de Klager aantoont dat de Domeinnaam:
(a) identiek is aan of een verwarrende gelijkenis vertoont met een naam waarvoor in de nationale en/of communautaire wetgeving een recht is erkend of ingesteld, en indien hij:
(b) door de Verweerder zonder rechten op of gewettigde belang bij de naam is geregistreerd, of
(c) te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt
Bovendien dient de Klager te voldoen aan de basiscriteria voor registratie van “.eu” domeinnamen overeenkomstig artikel 4(2)(b) van de Verordening (EG) nr. 733/2002, zoals gewijzigd door artikel 20 juncto 22, laatste zin, van Verordening (EU) 517/2019.
3. Artikel 10(1) van de Verordening (EG) 847/2004 erkent de familienaam als een van de rechten waarop een vordering kan worden gebaseerd, voor zover deze wordt beschermd uit hoofde van het nationale recht in de lidstaat waar deze in bezit is. De Klager is een Duits staatsburger en beroept zich op zijn familienaam Schwandner als een erkend recht onder § 12 Duits Burgerlijk Wetboek, hetgeen de Verweerder niet heeft betwist. Ter staving van zijn oudere recht op zijn familienaam heeft de Klager een kopie van zijn identiteitsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat zijn recht op zijn familienaam dateert van voor de registratie van de Domeinnaam door Verweerder. Het Panel oordeelt dat Klager hiermee afdoende bewijs heeft geleverd van de rechtsgrond voor zijn claim.
4. Het Panel is van oordeel dat de Domeinnaam de familienaam “Schwander”, waarop de Klager zich beroept, in zijn geheel omvat. Aangezien het top level domain ‘. eu” op grond van bestendige jurisprudentie geen onderdeel uitmaakt van de vergelijking tussen het door de Klager ingeroepen recht en de Domeinnaam (zie III.1 CAC .EU Overview 2.0), stelt het Panel vast dat de Domeinnaam identiek is aan het naamrecht van de Klager, zodat aan de eerste eis van artikel 21(1) van Verordening (EG) 847/2004 is voldaan.
5. Voorts is het Panel van oordeel dat de Klager nogal summier, maar onbestreden, heeft aangevoerd dat de Verweerder niet bekend is onder de Domeinnaam of een daarmee overeenstemmende aanduiding, om welke reden het Panel vaststelt dat de Klager geen rechten op of gewettigde belang bij de Domeinnaam heeft. De Klager heeft derhalve ook aan de tweede eis van artikel 21(1) van Verordening (EG) 847/2004 voldaan.
6. Omdat vaststaat dat de Verweerder geen rechten op of gewettigd belang bij de Domeinnaam heeft hoeft het Panel geen uitspraak meer te doen over de, door de Klager niet beantwoorde, vraag of de Domeinnaam al dan niet te kwader trouw is geregistreerd en/of gebruikt.
7. De Klager is een Unieburger, die bovendien volgens eigen onbestreden stelling in een lidstaat van de Europese Unie woont, zodat hij gerechtigd is om een “eu” domeinnaam te registeren op grond van artikel 4(2)(a) van Verordening (EG) 733/2002, zoals gewijzigd door artikel 20 van Verordening (EU) 517/2019.
Beslissing
Om bovengenoemde redenen beveelt het Panel in overeenstemming met artikel B12 (b) en (c) van de ADR-Voorschriften tot overdracht van de domeinnaam <schwandner.eu> aan de Klager.
PANELISTS
Name | Alfred Meijboom |
---|
Datum Arbitrage-beslissing
2022-03-22