Case number | CAC-ADREU-004646 |
---|---|
Time of filing | 2007-08-13 09:51:04 |
Domain names | davos.eu |
Case administrator
Name | Tereza Bartošková |
---|
Complainant
Organization / Name | ISI Service GmbH, Leonhard Otscheret |
---|
Respondent
Organization / Name | H. Klomp |
---|
Vul de gegevens in over andere gerechtelijke procedures, die volgens de informatie van her ADR Panel lopen of waarin beslist is en die betrekking hebben op de betwiste domeinnaam
Volgens opgave van de Klaagster lopen er geen andere procedures ter zake van de domein naam <davos.eu>. Dit is door Verweerder niet weersproken.
Feitelijke situatie
Klaagster is licentieneemster van Davos Tourismus, een entiteit naar Zwitsers recht, gevestigd te 7270 Davos (Zwitserland), Promenade 67.
Davos verwijst naar een gemeente gelegen in Oost-Zwitserland (kanton Graubünden), die bekend is als wintersport- en kuuroord en de plaats waar jaarlijks de bijeenkomst van het World Economic Forum plaatsvindt.
Davos Tourismus is houdster van, onder meer, de volgende DAVOS merken:
- Het internationale beeldmerk DAVOS (registratienummer 714298), geregistreerd sinds 1999, met gelding in de Benelux, ingeschreven in de klassen 9, 18, 25 en 28 voor onder meer: brillen, tassen, kleding en sportartikelen van Zwitserse origine;
- Het internationale beeldmerk DAVOS (registratienummer 800356), geregistreerd sinds 2003, met gelding in de Benelux, ingeschreven in de klassen 35, 41 en 43 voor onder meer: adverteren, administratief management van hotels, planning, organisatie en het houden van commerciële, culturele en educatieve beurzen, tentoonstellingen, symposia, seminars, training workshops, sportevenementen en conferenties; public relations, sales promotion voor derden, amusementsdiensten, gokken, vakantiekampen, vrijetijdsdiensten, recreatie en entertainment informatie, boeken van plaatsen voor shows, accommodatie bureau (hotels, pensions, appartementen, campings), voedsel en drankvoorziening;
(hierna ook de “DAVOS merken”).
Voorts houdt Davos Tourismus de domeinnaam <davos.ch>.
Klaagster heeft een licentieovereenkomst en een brief van Davos Tourismus overgelegd waaruit blijkt dat Klaagster toestemming heeft op kosten van Davos Tourismus de domeinnaam <davos.eu> in eigen naam te recupereren en, indien de procedure succesvol is, op naam van Klaagster te laten registreren.
De domeinnaam <davos.eu> (hierna ook de “Domeinnaam”) is op 21 november 2006 geregistreerd. De Domeinnaam linkt naar een portal website met diverse links die leiden naar websites met informatie over Davos, waaronder de wikipedia-pagina over Davos, de website van de gemeente van Davos en de website <davos.ch> van Davos Tourismus. Ook wordt verwezen naar een aantal “alternatieve plaatsen”, zoals Kopenhagen, Melbourne, Milan et cetera. Onderaan de website staat: “This is an unofficial page about davos. This page is under construction and will be updated regularly. © 2006 BliXem Internet Services. Alle rechten voorbehouden”.
Op 23 november 2006 heeft Davos Tourismus de registrant van de Domeinnaam aangeschreven met het verzoek de Domeinnaam over te dragen. Na een herinnering liet Verweerder op 5 januari 2007 via BliXem Internet Services antwoorden dat hij een eigen project heeft voor de Domeinnaam maar dat als Davos Tourismus werkelijk geïnteresseerd is, hij bereid is de Domeinnaam voor € 19.500 te verkopen. Op 10 januari 2007 deed Davos Tourismus een tegenbod van € 2.000. Na opnieuw een herinnering liet Verweerder via BliXem Internet Services op 21 februari 2007 antwoorden dat hij niet langer geïnteresseerd is de Domeinnaam te verkopen, omdat hij de Domeinnaam inmiddels in gebruik heeft genomen en betrokken heeft bij een groter project. Hij liet weten eventueel geïnteresseerd te zijn in samenwerking als Davos Tourismus daartoe mogelijkheden zou zien.
Op 2 augustus 2007 heeft de Klaagster haar Klacht in de onderhavige ADR procedure ingediend. Op 13 augustus 2007 heeft het ADR Centrum bij het Arbitragehof van de Tsjechische Republiek (het “ADR Centrum”) de Klacht geverifieerd. Vervolgens heeft het ADR Centrum op 7 september 2007 de Verweerder op de hoogte gesteld van de Klacht en is de ADR procedure aangevangen. De Verweerder heeft binnen de gestelde termijn, op 5 november 2007, Verweer ingediend. Op 8 november 2007 heeft het ADR Centrum Alfred Meijboom als Panelist aangewezen. De Panelist heeft op 13 november de verklaring van onpartijdigheid en onafhankelijkheid afgelegd.
Davos verwijst naar een gemeente gelegen in Oost-Zwitserland (kanton Graubünden), die bekend is als wintersport- en kuuroord en de plaats waar jaarlijks de bijeenkomst van het World Economic Forum plaatsvindt.
Davos Tourismus is houdster van, onder meer, de volgende DAVOS merken:
- Het internationale beeldmerk DAVOS (registratienummer 714298), geregistreerd sinds 1999, met gelding in de Benelux, ingeschreven in de klassen 9, 18, 25 en 28 voor onder meer: brillen, tassen, kleding en sportartikelen van Zwitserse origine;
- Het internationale beeldmerk DAVOS (registratienummer 800356), geregistreerd sinds 2003, met gelding in de Benelux, ingeschreven in de klassen 35, 41 en 43 voor onder meer: adverteren, administratief management van hotels, planning, organisatie en het houden van commerciële, culturele en educatieve beurzen, tentoonstellingen, symposia, seminars, training workshops, sportevenementen en conferenties; public relations, sales promotion voor derden, amusementsdiensten, gokken, vakantiekampen, vrijetijdsdiensten, recreatie en entertainment informatie, boeken van plaatsen voor shows, accommodatie bureau (hotels, pensions, appartementen, campings), voedsel en drankvoorziening;
(hierna ook de “DAVOS merken”).
Voorts houdt Davos Tourismus de domeinnaam <davos.ch>.
Klaagster heeft een licentieovereenkomst en een brief van Davos Tourismus overgelegd waaruit blijkt dat Klaagster toestemming heeft op kosten van Davos Tourismus de domeinnaam <davos.eu> in eigen naam te recupereren en, indien de procedure succesvol is, op naam van Klaagster te laten registreren.
De domeinnaam <davos.eu> (hierna ook de “Domeinnaam”) is op 21 november 2006 geregistreerd. De Domeinnaam linkt naar een portal website met diverse links die leiden naar websites met informatie over Davos, waaronder de wikipedia-pagina over Davos, de website van de gemeente van Davos en de website <davos.ch> van Davos Tourismus. Ook wordt verwezen naar een aantal “alternatieve plaatsen”, zoals Kopenhagen, Melbourne, Milan et cetera. Onderaan de website staat: “This is an unofficial page about davos. This page is under construction and will be updated regularly. © 2006 BliXem Internet Services. Alle rechten voorbehouden”.
Op 23 november 2006 heeft Davos Tourismus de registrant van de Domeinnaam aangeschreven met het verzoek de Domeinnaam over te dragen. Na een herinnering liet Verweerder op 5 januari 2007 via BliXem Internet Services antwoorden dat hij een eigen project heeft voor de Domeinnaam maar dat als Davos Tourismus werkelijk geïnteresseerd is, hij bereid is de Domeinnaam voor € 19.500 te verkopen. Op 10 januari 2007 deed Davos Tourismus een tegenbod van € 2.000. Na opnieuw een herinnering liet Verweerder via BliXem Internet Services op 21 februari 2007 antwoorden dat hij niet langer geïnteresseerd is de Domeinnaam te verkopen, omdat hij de Domeinnaam inmiddels in gebruik heeft genomen en betrokken heeft bij een groter project. Hij liet weten eventueel geïnteresseerd te zijn in samenwerking als Davos Tourismus daartoe mogelijkheden zou zien.
Op 2 augustus 2007 heeft de Klaagster haar Klacht in de onderhavige ADR procedure ingediend. Op 13 augustus 2007 heeft het ADR Centrum bij het Arbitragehof van de Tsjechische Republiek (het “ADR Centrum”) de Klacht geverifieerd. Vervolgens heeft het ADR Centrum op 7 september 2007 de Verweerder op de hoogte gesteld van de Klacht en is de ADR procedure aangevangen. De Verweerder heeft binnen de gestelde termijn, op 5 november 2007, Verweer ingediend. Op 8 november 2007 heeft het ADR Centrum Alfred Meijboom als Panelist aangewezen. De Panelist heeft op 13 november de verklaring van onpartijdigheid en onafhankelijkheid afgelegd.
A. Klager
Klaagster stelt dat Davos Tourismus de volgende rechten houdt op de benaming “Davos”:
(i) De DAVOS merken;
(ii) de geografische benaming “DAVOS”, verwijzend naar de gemeente voor welke Davos Tourismus als officiële instantie de promotie verzorgt;
(iii) de domeinnaam <davos.ch>; en
(iv) de erkende handelsnaam “Davos Tourismus” zoals onder meer beschermd op grond van artikel 8 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van industriële eigendom.
Klaagster is op basis van een licentieovereenkomst gerechtigd gebruik te maken van de DAVOS merken en de overige vermelde rechten, inclusief het afdwingen van deze rechten ten opzichte van derde partijen en het in eigen naam houder worden van de Domeinnaam. Zij is van mening dat Verweerder door de registratie van de Domeinnaam inbreuk maakt op de rechten van Klaagster.
Klaagster stelt dat Davos Tourismus als officiële toeristische dienst en uitvoerende autoriteit van de Zwitserse gemeente Davos dient te worden beschouwd als de “natuurlijke houder” van enige domeinnamen die de distinctieve “davos” benaming bevatten. De “natuurlijk houder” van een domeinnaam kan als de rechthebbende worden beschouwd die tegen wederrechtelijke domeinnaamregistraties moet kunnen worden beschermd.
Volgens Klaagster is de Domeinnaam identiek, althans minstens op een voldoende verwarringstichtende wijze overeenstemmend met de DAVOS merken en de erkende handelsnaam “Davos Tourismus”. De Domeinnaam is in elk geval identiek aan de geografische benaming voor de gemeente “Davos”en de door Davos Tourismus gehouden domeinnaam <davos.ch>. Hiermee is voldaan aan het vereiste dat de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met aanduidingen ten aanzien waarvan een recht wordt erkend of vastgesteld door het nationale en/of communautaire recht.
Voorts stelt Klaagster dat de Domeinnaam door Verweerder is geregistreerd zonder eigen positief recht of rechtvaardig belang ten aanzien van de Domeinnaam. Verweerder heeft in de contacten met Davos Tourismus geen melding gemaakt van enig eigen positief recht of legitiem belang. Uit het huidige gebruik van de Domeinnaam kan geen rechtmatig belang blijken, nu deze net zoals vele andere domeinnamen verwijst naar een zelfde of een minstens bijzonder gelijkaardige reeks webpagina’s waar naar diverse bekende steden of gemeenten wordt verwezen. Klaagster trekt een parallel met zaak 00475 (helsinki.eu), waarin ondermeer werd geoordeeld dat het houden van een grote groep domeinnamen als een aanwijzing kan worden beschouwd dat er een patroon van kwader trouw is.
Klaagster voert aan dat gezien de bekendheid van het “Davos” teken als benaming van de Zwitserse gemeente en het feit dat op deze benaming enkel door (of mits toestemming van) de “natuurlijk houder” rechtmatige rechten of belangen kunnen worden gehouden, het voldoende aangetoond is dat Verweerder geen voldoende positief recht of rechtvaardig belang kan laten gelden op de Domeinnaam.
Tenslotte stelt Klaagster dat ook sprake is van registratie of gebruik te kwader trouw.
Uit de onder het kopje “Feitelijke achtergrond” aangehaalde correspondentie tussen Davos Tourismus en Verweerder volgt volgens Klaagster duidelijk dat de Domeinnaam werd verkregen hoofdzakelijk met het doel deze te verkopen. In het verzoek van Verweerder om eventueel “samen te werken” kan ook enige vraag tot verhuring worden begrepen.
Klaagster vervolgt dat als “natuurlijke houder” van de benaming “Davos”, Davos Tourismus (en dus Klaagster in haar hoedanigheid van licentienemer) als enige het recht heeft om bepaalde hieraan overeenstemmende domeinnamen te laten registreren. Door de handeling van Verweerder is Klaagster deze mogelijkheid op onrechtmatige wijze ontnomen.
Bovendien, stelt Klaagster, is het, overeenkomstig paragraaf B 11 (f) (2) van de ADR-Voorschriften, meer dan waarschijnlijk dat (i) Verweerder (deel uitmaakt van een netwerk dat) zich al herhaaldelijk schuldig heeft gemaakt aan dergelijke praktijken; en ook dat (ii) de Domeinnaam niet op een ter zake doende wijze is gebruikt in de periode van minstens twee jaar vanaf de dag van registratie (waarbij het louter vermelden van de domeinnaam op een portal naast een hele reeks andere domeinnamen als niet terzake dienend moet worden beschouwd).
Met betrekking tot (i) voert Klaagster aan dat blijkt dat naast de naam “davos.eu” ook namen zoals “singapore.eu”, “geneva.eu”, “ukraine.eu”, “vatican.eu”, “copenhagen.eu”, “bordeaux.eu”, “lisbon.eu”, “taiwan.eu”, “adelaide.eu”, “edingburgh.eu”, “baltimore.eu”, “athens.eu”, “kuwait.eu”, “milan.eu”, “prague.eu”, “ankara.eu” en “paris.eu” naar eenzelfde of quasi identieke website verwijzen. Alhoewel dit niet sluitend door Klaagster kan worden bevestigd, lijkt het dat Verweerder op enige wijze wel kan zijn verbonden met de houders van deze andere domeinnamen, waaronder de Nederlandse vennootschap Traffic Web Holding B.V., die overigens reeds eerder werd veroordeeld wegens het onrechtmatig registreren of aanhouden van domeinnamen (zie zaak 3170 (budapest.eu), zaak 00475 (helsinki.eu) en zaak 00386 (stockholm.eu). Verder heeft BliXem Internet Services namens Verweerder over de Domeinnaam gecorrespondeerd. Deze onderneming staat ook vermeld als verantwoordelijke voor de servers van verschillende domeinnamen die nog steeds (vermoedelijk onrechtmatig) door Traffic Web Holding B.V. worden gehouden èn voor de servers waaraan de Domeinnaam <davos.eu> is gelinkt. Klaagster is er dan ook van overtuigd dat Verweerder dient te worden gekwalificeerd als een cybersquatter, nu deze zeer waarschijnlijk deel uitmaakt van een grotere structuur die zich op georganiseerde wijze tracht te verrijken op basis van het registreren van vele hem niet toekomende domeinnamen, minstens dat de daden van Verweerder ook op zich genomen als onrechtmatig moeten worden beschouwd.
Voorts profiteert Verweerder naar de mening van Klaagster van het feit dat internetgebruikers die op zoek gaan naar de officiële website van de gemeente Davos verkeerdelijk op de portal site van Verweerder terechtkomen.
Deze handelingen zijn volgens Klaagster typerend voor wat moet worden verstaan als registratie en/of gebruik te kwader trouw.
Om deze redenen verzoekt Klaagster om overdracht van de Domeinnaam.
(i) De DAVOS merken;
(ii) de geografische benaming “DAVOS”, verwijzend naar de gemeente voor welke Davos Tourismus als officiële instantie de promotie verzorgt;
(iii) de domeinnaam <davos.ch>; en
(iv) de erkende handelsnaam “Davos Tourismus” zoals onder meer beschermd op grond van artikel 8 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van industriële eigendom.
Klaagster is op basis van een licentieovereenkomst gerechtigd gebruik te maken van de DAVOS merken en de overige vermelde rechten, inclusief het afdwingen van deze rechten ten opzichte van derde partijen en het in eigen naam houder worden van de Domeinnaam. Zij is van mening dat Verweerder door de registratie van de Domeinnaam inbreuk maakt op de rechten van Klaagster.
Klaagster stelt dat Davos Tourismus als officiële toeristische dienst en uitvoerende autoriteit van de Zwitserse gemeente Davos dient te worden beschouwd als de “natuurlijke houder” van enige domeinnamen die de distinctieve “davos” benaming bevatten. De “natuurlijk houder” van een domeinnaam kan als de rechthebbende worden beschouwd die tegen wederrechtelijke domeinnaamregistraties moet kunnen worden beschermd.
Volgens Klaagster is de Domeinnaam identiek, althans minstens op een voldoende verwarringstichtende wijze overeenstemmend met de DAVOS merken en de erkende handelsnaam “Davos Tourismus”. De Domeinnaam is in elk geval identiek aan de geografische benaming voor de gemeente “Davos”en de door Davos Tourismus gehouden domeinnaam <davos.ch>. Hiermee is voldaan aan het vereiste dat de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met aanduidingen ten aanzien waarvan een recht wordt erkend of vastgesteld door het nationale en/of communautaire recht.
Voorts stelt Klaagster dat de Domeinnaam door Verweerder is geregistreerd zonder eigen positief recht of rechtvaardig belang ten aanzien van de Domeinnaam. Verweerder heeft in de contacten met Davos Tourismus geen melding gemaakt van enig eigen positief recht of legitiem belang. Uit het huidige gebruik van de Domeinnaam kan geen rechtmatig belang blijken, nu deze net zoals vele andere domeinnamen verwijst naar een zelfde of een minstens bijzonder gelijkaardige reeks webpagina’s waar naar diverse bekende steden of gemeenten wordt verwezen. Klaagster trekt een parallel met zaak 00475 (helsinki.eu), waarin ondermeer werd geoordeeld dat het houden van een grote groep domeinnamen als een aanwijzing kan worden beschouwd dat er een patroon van kwader trouw is.
Klaagster voert aan dat gezien de bekendheid van het “Davos” teken als benaming van de Zwitserse gemeente en het feit dat op deze benaming enkel door (of mits toestemming van) de “natuurlijk houder” rechtmatige rechten of belangen kunnen worden gehouden, het voldoende aangetoond is dat Verweerder geen voldoende positief recht of rechtvaardig belang kan laten gelden op de Domeinnaam.
Tenslotte stelt Klaagster dat ook sprake is van registratie of gebruik te kwader trouw.
Uit de onder het kopje “Feitelijke achtergrond” aangehaalde correspondentie tussen Davos Tourismus en Verweerder volgt volgens Klaagster duidelijk dat de Domeinnaam werd verkregen hoofdzakelijk met het doel deze te verkopen. In het verzoek van Verweerder om eventueel “samen te werken” kan ook enige vraag tot verhuring worden begrepen.
Klaagster vervolgt dat als “natuurlijke houder” van de benaming “Davos”, Davos Tourismus (en dus Klaagster in haar hoedanigheid van licentienemer) als enige het recht heeft om bepaalde hieraan overeenstemmende domeinnamen te laten registreren. Door de handeling van Verweerder is Klaagster deze mogelijkheid op onrechtmatige wijze ontnomen.
Bovendien, stelt Klaagster, is het, overeenkomstig paragraaf B 11 (f) (2) van de ADR-Voorschriften, meer dan waarschijnlijk dat (i) Verweerder (deel uitmaakt van een netwerk dat) zich al herhaaldelijk schuldig heeft gemaakt aan dergelijke praktijken; en ook dat (ii) de Domeinnaam niet op een ter zake doende wijze is gebruikt in de periode van minstens twee jaar vanaf de dag van registratie (waarbij het louter vermelden van de domeinnaam op een portal naast een hele reeks andere domeinnamen als niet terzake dienend moet worden beschouwd).
Met betrekking tot (i) voert Klaagster aan dat blijkt dat naast de naam “davos.eu” ook namen zoals “singapore.eu”, “geneva.eu”, “ukraine.eu”, “vatican.eu”, “copenhagen.eu”, “bordeaux.eu”, “lisbon.eu”, “taiwan.eu”, “adelaide.eu”, “edingburgh.eu”, “baltimore.eu”, “athens.eu”, “kuwait.eu”, “milan.eu”, “prague.eu”, “ankara.eu” en “paris.eu” naar eenzelfde of quasi identieke website verwijzen. Alhoewel dit niet sluitend door Klaagster kan worden bevestigd, lijkt het dat Verweerder op enige wijze wel kan zijn verbonden met de houders van deze andere domeinnamen, waaronder de Nederlandse vennootschap Traffic Web Holding B.V., die overigens reeds eerder werd veroordeeld wegens het onrechtmatig registreren of aanhouden van domeinnamen (zie zaak 3170 (budapest.eu), zaak 00475 (helsinki.eu) en zaak 00386 (stockholm.eu). Verder heeft BliXem Internet Services namens Verweerder over de Domeinnaam gecorrespondeerd. Deze onderneming staat ook vermeld als verantwoordelijke voor de servers van verschillende domeinnamen die nog steeds (vermoedelijk onrechtmatig) door Traffic Web Holding B.V. worden gehouden èn voor de servers waaraan de Domeinnaam <davos.eu> is gelinkt. Klaagster is er dan ook van overtuigd dat Verweerder dient te worden gekwalificeerd als een cybersquatter, nu deze zeer waarschijnlijk deel uitmaakt van een grotere structuur die zich op georganiseerde wijze tracht te verrijken op basis van het registreren van vele hem niet toekomende domeinnamen, minstens dat de daden van Verweerder ook op zich genomen als onrechtmatig moeten worden beschouwd.
Voorts profiteert Verweerder naar de mening van Klaagster van het feit dat internetgebruikers die op zoek gaan naar de officiële website van de gemeente Davos verkeerdelijk op de portal site van Verweerder terechtkomen.
Deze handelingen zijn volgens Klaagster typerend voor wat moet worden verstaan als registratie en/of gebruik te kwader trouw.
Om deze redenen verzoekt Klaagster om overdracht van de Domeinnaam.
B. Verweerder
Verweerder voert het volgende aan.
Aangezien Davos Tourismus gevestigd is in Zwitserland, is het voor haar niet mogelijk om een .eu domeinnaam te registreren. Evenmin was de Zwitserse overheid bevoegd om namen van haar steden voorafgaand aan de Sunrise periode vast te leggen. Volgens Verweerder probeert Davos Tourismus nu via een omweg alsnog de Domeinnaam te bemachtigen.
Verweerder stelt dat Verordening 784/2004 weliswaar de mogelijkheid heeft opengelaten dat een licentienemer gedurende de Sunrise periode een domeinnaam aanvraagt op basis van een gelicentieerd merkrecht. Het is echter iets anders, wanneer een partij die volgens de criteria van Verordening 733/2002 zelf geen .eu domeinnaam kan aanvragen, een overeenkomst met een andere partij aangaat, met het uitsluitende doel om zo via een omweg een domeinnaam te ontnemen van een inzittende van een Lidstaat, die op zijn beurt wel bevoegd was om de domeinnaam te registreren. Deze handelwijze is te kwader trouw. Klaagster heeft de rechten niet te goeder trouw gelicentieerd gekregen en daarom kan niet worden geoordeeld worden dat er bij Klaagster rechten zijn ontstaan op de Domeinnaam. Bovendien kan de Domeinnaam in geen geval worden overgedragen aan Klaagster omdat Davos Tourismus, de eigenlijke belanghebbende, niet aan de criteria van Verordening 733/2002 voldoet.
Voorts is Verweerder van mening dat ook als Klaagster niet te kwader trouw is, zij evenmin recht heeft op de Domeinnaam. De DAVOS merken betreffen immers beeldmerken waarvan de onderscheidende kracht in de figuratieve elementen zit. Klaagster heeft ook geen recht op de geografische benaming “DAVOS”. Davos Tourismus is immers geen overheidslichaam, maar een toerismebureau. Klaagster stelt voorts dat het rechten bezit op de naam “davos” op grond van het beheer van de domeinnaam <davos.ch>. Nergens uit de Europese Verordeningen blijkt dat het beheer van een gelijknamige domeinnaam in een ander top level domain rechten doet ontstaan op de domeinnaam in het .eu domein. De vermeende handelsnaamrechten op de naam “Davos Tourismus” ten slotte blijken niet uit een van de door Klaagster overgelegde stukken. Ook al zouden dergelijke rechten bestaan, zou dit uitsluitend rechten doen ontstaan op de domeinnaam <davostourismus.eu>, en niet op de domeinnaam <davos.eu>.
Verweerder betwist dat Klaagster dat Davos Tourismus moet worden aangemerkt als de “natuurlijke houder” van de Domeinnaam. Immers, er bestaat in het .eu regime niet zoiets als een “natuurlijke houder” van een domeinnaam. Klaagster kan het gebruik van geografische benamingen niet monopoliseren. De algemene regel, die onder meer tot uitdrukking komt in artikel 3 lid 1 sub c van de Europese Merkenrichtlijn, is dat geografische aanduidingen vrijelijk mogen worden gebruikt door een ieder.
Verweerder is verder van mening dat hij, anders dan Klaagster stelt, wel degelijk een gewettigd belang heeft bij de Domeinnaam. Door onder de Domeinnaam algemene informatie over de gemeente Davos aan te bieden, alsmede links naar relevante informatie over Davos op het internet, waaronder ook naar de website van de licentiegeefster van Klaagster, maakt Verweerder een wettig, niet-commercieel en eerlijk gebruik van de Domeinnaam. De suggestie van Klaagster dat de links gesponsorde koppelingen zouden betreffen is volgens Verweerder onjuist; evenmin staan er reclamebanners op de website.
Verweerder stelt dat consumenten niet worden misleid door zijn website, omdat zij bij het intikken van de Domeinnaam informatie over de gemeente Davos zullen verwachten, en niet zozeer informatie over de gemeente afkomstig van Klaagster.
Voorts betwist Verweerder dat hij de Domeinnaam heeft geregistreerd met het doel deze aan Davos Tourismus te verkopen of te verhuren. Hij wijst er op dat hij in zijn eerste reactie liet weten eigenlijk niet geïnteresseerd te zijn in de verkoop van de Domeinnaam, tenzij een zeer substantieel bedrag zou worden betaald. In reactie op het tweede bod van Davos Tourismus heeft hij gemeld dat hij inmiddels helemaal niet meer geïnteresseerd was de Domeinnaam te verkopen. Verweerder betwist dat zijn suggestie samen te werken moet worden begrepen als een aanbod de Domeinnaam te verhuren. Verweerder had de Domeinnaam geregistreerd om deze op te nemen in een netwerk van portal websites en dat was inmiddels gebeurd. Het doel was volgens Verweerder dan ook niet de Domeinnaam te registreren teneinde Klaagster te verhinderen de naam te registreren.
Voorts betwist Verweerder dat een door Klaagster verondersteld patroon aanwezig is. Klaagster heeft geen enkele andere domeinnaam kunnen noemen waarvan Verweerder houder is. Het is inderdaad zo dat Verweerders provider BliXem ook registrator is van andere domeinnamen van namen van gemeenten. Dit is volgens Verweerder ook logisch, omdat de Domeinnaam deel uitmaakt van een netwerk van stedenportals. De aantijging dat Verweerder deel uit zou maken van een georganiseerd netwerk dat zich met onrechtmatige praktijken bezighoudt, wordt echter door Verweerder ontkend.
Ten slotte voert Klaagster aan dat het gebruik van de Domeinnaam te kwader trouw zou zijn omdat Verweerder de Domeinnaam opzettelijk gebruikt om, met het oog op commercieel voordeel, internetgebruikers aan te trekken door mogelijke verwarring te doen ontstaan met de naam van Davos Tourismus. Verweerder betoogt dat hij geen commercieel voordeel bij het aantrekken van bezoekers heeft; er staat geen reclame op de website en bezoekers leveren dus geen geld op. Klaagster suggereert dat Verweerder van het registreren van domeinnamen die overeenkomen met geografische benamingen een winstgevende zaak maakt. De domeinnamen die Klaagster heeft genoemd zijn echter geen van alle in het bezit van Verweerder. Ook kan volgens Verweerder van enige verwarring geen sprake zijn. Immers, Verweerder biedt informatie over de gemeente Davos op zijn website aan. Daarbij wijst Verweerder er op dat hij door middel van een disclaimer duidelijk maakt dat er geen sprake is van een “official website” van de gemeente Davos.
Om deze redenen verzoekt Verweerder om de Klacht van Klaagster te verwerpen.
Aangezien Davos Tourismus gevestigd is in Zwitserland, is het voor haar niet mogelijk om een .eu domeinnaam te registreren. Evenmin was de Zwitserse overheid bevoegd om namen van haar steden voorafgaand aan de Sunrise periode vast te leggen. Volgens Verweerder probeert Davos Tourismus nu via een omweg alsnog de Domeinnaam te bemachtigen.
Verweerder stelt dat Verordening 784/2004 weliswaar de mogelijkheid heeft opengelaten dat een licentienemer gedurende de Sunrise periode een domeinnaam aanvraagt op basis van een gelicentieerd merkrecht. Het is echter iets anders, wanneer een partij die volgens de criteria van Verordening 733/2002 zelf geen .eu domeinnaam kan aanvragen, een overeenkomst met een andere partij aangaat, met het uitsluitende doel om zo via een omweg een domeinnaam te ontnemen van een inzittende van een Lidstaat, die op zijn beurt wel bevoegd was om de domeinnaam te registreren. Deze handelwijze is te kwader trouw. Klaagster heeft de rechten niet te goeder trouw gelicentieerd gekregen en daarom kan niet worden geoordeeld worden dat er bij Klaagster rechten zijn ontstaan op de Domeinnaam. Bovendien kan de Domeinnaam in geen geval worden overgedragen aan Klaagster omdat Davos Tourismus, de eigenlijke belanghebbende, niet aan de criteria van Verordening 733/2002 voldoet.
Voorts is Verweerder van mening dat ook als Klaagster niet te kwader trouw is, zij evenmin recht heeft op de Domeinnaam. De DAVOS merken betreffen immers beeldmerken waarvan de onderscheidende kracht in de figuratieve elementen zit. Klaagster heeft ook geen recht op de geografische benaming “DAVOS”. Davos Tourismus is immers geen overheidslichaam, maar een toerismebureau. Klaagster stelt voorts dat het rechten bezit op de naam “davos” op grond van het beheer van de domeinnaam <davos.ch>. Nergens uit de Europese Verordeningen blijkt dat het beheer van een gelijknamige domeinnaam in een ander top level domain rechten doet ontstaan op de domeinnaam in het .eu domein. De vermeende handelsnaamrechten op de naam “Davos Tourismus” ten slotte blijken niet uit een van de door Klaagster overgelegde stukken. Ook al zouden dergelijke rechten bestaan, zou dit uitsluitend rechten doen ontstaan op de domeinnaam <davostourismus.eu>, en niet op de domeinnaam <davos.eu>.
Verweerder betwist dat Klaagster dat Davos Tourismus moet worden aangemerkt als de “natuurlijke houder” van de Domeinnaam. Immers, er bestaat in het .eu regime niet zoiets als een “natuurlijke houder” van een domeinnaam. Klaagster kan het gebruik van geografische benamingen niet monopoliseren. De algemene regel, die onder meer tot uitdrukking komt in artikel 3 lid 1 sub c van de Europese Merkenrichtlijn, is dat geografische aanduidingen vrijelijk mogen worden gebruikt door een ieder.
Verweerder is verder van mening dat hij, anders dan Klaagster stelt, wel degelijk een gewettigd belang heeft bij de Domeinnaam. Door onder de Domeinnaam algemene informatie over de gemeente Davos aan te bieden, alsmede links naar relevante informatie over Davos op het internet, waaronder ook naar de website van de licentiegeefster van Klaagster, maakt Verweerder een wettig, niet-commercieel en eerlijk gebruik van de Domeinnaam. De suggestie van Klaagster dat de links gesponsorde koppelingen zouden betreffen is volgens Verweerder onjuist; evenmin staan er reclamebanners op de website.
Verweerder stelt dat consumenten niet worden misleid door zijn website, omdat zij bij het intikken van de Domeinnaam informatie over de gemeente Davos zullen verwachten, en niet zozeer informatie over de gemeente afkomstig van Klaagster.
Voorts betwist Verweerder dat hij de Domeinnaam heeft geregistreerd met het doel deze aan Davos Tourismus te verkopen of te verhuren. Hij wijst er op dat hij in zijn eerste reactie liet weten eigenlijk niet geïnteresseerd te zijn in de verkoop van de Domeinnaam, tenzij een zeer substantieel bedrag zou worden betaald. In reactie op het tweede bod van Davos Tourismus heeft hij gemeld dat hij inmiddels helemaal niet meer geïnteresseerd was de Domeinnaam te verkopen. Verweerder betwist dat zijn suggestie samen te werken moet worden begrepen als een aanbod de Domeinnaam te verhuren. Verweerder had de Domeinnaam geregistreerd om deze op te nemen in een netwerk van portal websites en dat was inmiddels gebeurd. Het doel was volgens Verweerder dan ook niet de Domeinnaam te registreren teneinde Klaagster te verhinderen de naam te registreren.
Voorts betwist Verweerder dat een door Klaagster verondersteld patroon aanwezig is. Klaagster heeft geen enkele andere domeinnaam kunnen noemen waarvan Verweerder houder is. Het is inderdaad zo dat Verweerders provider BliXem ook registrator is van andere domeinnamen van namen van gemeenten. Dit is volgens Verweerder ook logisch, omdat de Domeinnaam deel uitmaakt van een netwerk van stedenportals. De aantijging dat Verweerder deel uit zou maken van een georganiseerd netwerk dat zich met onrechtmatige praktijken bezighoudt, wordt echter door Verweerder ontkend.
Ten slotte voert Klaagster aan dat het gebruik van de Domeinnaam te kwader trouw zou zijn omdat Verweerder de Domeinnaam opzettelijk gebruikt om, met het oog op commercieel voordeel, internetgebruikers aan te trekken door mogelijke verwarring te doen ontstaan met de naam van Davos Tourismus. Verweerder betoogt dat hij geen commercieel voordeel bij het aantrekken van bezoekers heeft; er staat geen reclame op de website en bezoekers leveren dus geen geld op. Klaagster suggereert dat Verweerder van het registreren van domeinnamen die overeenkomen met geografische benamingen een winstgevende zaak maakt. De domeinnamen die Klaagster heeft genoemd zijn echter geen van alle in het bezit van Verweerder. Ook kan volgens Verweerder van enige verwarring geen sprake zijn. Immers, Verweerder biedt informatie over de gemeente Davos op zijn website aan. Daarbij wijst Verweerder er op dat hij door middel van een disclaimer duidelijk maakt dat er geen sprake is van een “official website” van de gemeente Davos.
Om deze redenen verzoekt Verweerder om de Klacht van Klaagster te verwerpen.
Behandeling en vaststelling
Artikel B11 (d) (1) juncto B1 (B) (10) van de Voorschriften ADR schrijft voor dat de Klacht de gronden moet beschrijven waarop zij berust, meer in het bijzonder moet de Klaagster aantonen dat:
(i) de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met de aanduiding of aanduidingen ten aanzien waarvan een recht wordt erkend of vastgesteld door het nationale en/of communautaire recht; en
(ii) de Domeinnaam door de Verweerder is geregistreerd zonder rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam; dan wel
(iii) de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
De Panelist dient te beslissen of de Klaagster hierin is geslaagd en of de door de Klaagster gevraagde voorziening van overdracht van de Domeinnaam kan worden toegewezen.
Ad (i):
De Klaagster heeft met de in deze procedure ingebrachte stukken genoegzaam aangetoond dat Davos Tourismus de houdster is van geregistreerde DAVOS merken met gelding in de Benelux en dat Davos Tourismus Klaagster toestemming heeft gegeven deze procedure tegen Verweerder te voeren en overdracht van de Domeinnaam op Klaagsters naam te verzoeken. Blijkens de door Klaagster overgelegde verklaring heeft zij een licentie in de zin van artikel 2.32 Beneluxverdrag inzake de Intellectuele Eigendom. De rechten van Klaagster zijn derhalve rechten die worden erkend door ondermeer Benelux recht (zie eveneens over merklicenties zaak 2235 (palmerscocoabutter.eu) en zaak 2438 (ask.eu)). De Panelist is van oordeel dat met het overleggen van de licentieovereenkomst en de brief van Davos Tourismus is voldaan aan de eis van artikel B1 (b) (9) van de Voorschriften ADR dat de Klaagster exact vermeldt op welk type recht zij een beroep doet.
Klaagster beroept zich op een licentie op onderstaande rechten op de benaming “Davos”:
(i) De DAVOS merken;
(ii) de geografische benaming “DAVOS”, verwijzend naar de gemeente voor welke Davos Tourismus als officiële instantie de promotie verzorgt;
(iii) de domeinnaam <davos.ch>; en
(iv) de erkende handelsnaam “Davos Tourismus” zoals onder meer beschermd op grond van artikel 8 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van industriële eigendom.
De Panelist is van oordeel dat de onder sub (ii), (iii) en (iv) opgesomde ‘rechten’, geen door het nationale en/of communautaire recht erkende of vastgestelde rechten betreffen in de zin van artikel B11 (d) (1) juncto B1 (B) (10) van de Voorschriften ADR.
In de eerste plaats heeft Klaagster geen bewijs overgelegd van haar stelling dat haar licentiegeefster Davos Tourismus als rechthebbende op de beschermde geografische benaming “DAVOS” dient te worden aangemerkt. Evenmin heeft zij beargumenteerd op basis waarvan zij van mening is dat een Zwitserse geografische aanduiding een door het nationale recht van tenminste één van de lidstaten van de Europese Unie en/of communautaire recht erkend of vastgesteld recht zou zijn.
Ook de domeinnaam <davos.ch> kan niet als een dergelijk recht worden aangemerkt.
Voorts heeft Klaagster zoals Verweerder aanvoert inderdaad geen bewijs overgelegd dat Davos Tourismus rechthebbende is op de handelsnaam “Davos Tourismus”. Maar ook als van de juistheid van die stelling wordt uitgegaan, heeft Klaagster niet aangetoond op grond waarvan deze (Zwitserse) handelsnaam moet worden beschouwd als een door het nationale en/of communautaire recht erkend of vastgesteld recht. Artikel 8 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom schrijft voor dat de handelsnaam in alle landen van de Unie wordt beschermd. Die bescherming ziet op de handelsnaam in een betreffend land gevoerd en strekt niet zover dat een Zwitserse handelsnaam zondermeer bescherming geniet in de Europese Unie. De Panelist sluit niet uit dat Davos Tourismus als handelsnaam bescherming geniet in de in de Europese Unie, maar het had op de weg van Klaagster gelegen daarvoor bewijs aan te dragen.
Het is vaste rechtspraak dat bij de beoordeling van de vraag of de Domeinnaam identiek is aan of verwarringwekkende gelijkenis toont met de naam waarop de Klaagster een wettelijk recht heeft, het .eu suffix niet relevant is (ondermeer zaak 00596 (restaurants.eu) en zaak 01959 (lot.eu)). Het staat vast dat Davos Tourismus houdster is van twee internationale DAVOS beeldmerken met geldigheid in ondermeer de Benelux. Het onderscheidende en dominante bestanddeel van beide merken is het woord “DAVOS”. De Panelist is dan ook van oordeel dat de Domeinnaam <davos.eu> gelijkenis toont met genoemde DAVOS beeldmerken waarop Klaagster een licentie heeft. Daarmee is echter nog niet de vraag beantwoord of ook sprake is van verwarringwekkende gelijkenis.
Verweerder gebruikt de Domeinnaam thans voor een portal website met links naar diverse websites die algemene informatie over de plaats Davos aanbieden. Hij gebruikt de website niet voor het aanbieden van waren en/of diensten waarvoor de DAVOS merken zijn ingeschreven. Evenmin wordt op de website de indruk gewekt dat het “een officiële website” van de gemeente Davos of van Davos Tourismus betreft. Derhalve is de Panelist van oordeel dat de Domeinnaam geen verwarrende gelijkenis vertoont met de DAVOS beeldmerken ten aanzien waarvan Klaagster rechten heeft.
Ad (ii) en (iii):
Nu de Panelist tot het oordeel is gekomen dat de Klaagster de omstandigheid onder (i) niet heeft aangetoond, hoeven de vraag of de Domeinnaam door Verweerder is geregistreerd zonder rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam (ii) en de vraag of de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt (iii) niet meer te worden beantwoord.
De Panelist zal het verzoek tot overdracht van de Domeinnaam aan Klaagster afwijzen.
(i) de Domeinnaam identiek is aan of verwarrende gelijkenis vertoont met de aanduiding of aanduidingen ten aanzien waarvan een recht wordt erkend of vastgesteld door het nationale en/of communautaire recht; en
(ii) de Domeinnaam door de Verweerder is geregistreerd zonder rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam; dan wel
(iii) de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
De Panelist dient te beslissen of de Klaagster hierin is geslaagd en of de door de Klaagster gevraagde voorziening van overdracht van de Domeinnaam kan worden toegewezen.
Ad (i):
De Klaagster heeft met de in deze procedure ingebrachte stukken genoegzaam aangetoond dat Davos Tourismus de houdster is van geregistreerde DAVOS merken met gelding in de Benelux en dat Davos Tourismus Klaagster toestemming heeft gegeven deze procedure tegen Verweerder te voeren en overdracht van de Domeinnaam op Klaagsters naam te verzoeken. Blijkens de door Klaagster overgelegde verklaring heeft zij een licentie in de zin van artikel 2.32 Beneluxverdrag inzake de Intellectuele Eigendom. De rechten van Klaagster zijn derhalve rechten die worden erkend door ondermeer Benelux recht (zie eveneens over merklicenties zaak 2235 (palmerscocoabutter.eu) en zaak 2438 (ask.eu)). De Panelist is van oordeel dat met het overleggen van de licentieovereenkomst en de brief van Davos Tourismus is voldaan aan de eis van artikel B1 (b) (9) van de Voorschriften ADR dat de Klaagster exact vermeldt op welk type recht zij een beroep doet.
Klaagster beroept zich op een licentie op onderstaande rechten op de benaming “Davos”:
(i) De DAVOS merken;
(ii) de geografische benaming “DAVOS”, verwijzend naar de gemeente voor welke Davos Tourismus als officiële instantie de promotie verzorgt;
(iii) de domeinnaam <davos.ch>; en
(iv) de erkende handelsnaam “Davos Tourismus” zoals onder meer beschermd op grond van artikel 8 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van industriële eigendom.
De Panelist is van oordeel dat de onder sub (ii), (iii) en (iv) opgesomde ‘rechten’, geen door het nationale en/of communautaire recht erkende of vastgestelde rechten betreffen in de zin van artikel B11 (d) (1) juncto B1 (B) (10) van de Voorschriften ADR.
In de eerste plaats heeft Klaagster geen bewijs overgelegd van haar stelling dat haar licentiegeefster Davos Tourismus als rechthebbende op de beschermde geografische benaming “DAVOS” dient te worden aangemerkt. Evenmin heeft zij beargumenteerd op basis waarvan zij van mening is dat een Zwitserse geografische aanduiding een door het nationale recht van tenminste één van de lidstaten van de Europese Unie en/of communautaire recht erkend of vastgesteld recht zou zijn.
Ook de domeinnaam <davos.ch> kan niet als een dergelijk recht worden aangemerkt.
Voorts heeft Klaagster zoals Verweerder aanvoert inderdaad geen bewijs overgelegd dat Davos Tourismus rechthebbende is op de handelsnaam “Davos Tourismus”. Maar ook als van de juistheid van die stelling wordt uitgegaan, heeft Klaagster niet aangetoond op grond waarvan deze (Zwitserse) handelsnaam moet worden beschouwd als een door het nationale en/of communautaire recht erkend of vastgesteld recht. Artikel 8 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom schrijft voor dat de handelsnaam in alle landen van de Unie wordt beschermd. Die bescherming ziet op de handelsnaam in een betreffend land gevoerd en strekt niet zover dat een Zwitserse handelsnaam zondermeer bescherming geniet in de Europese Unie. De Panelist sluit niet uit dat Davos Tourismus als handelsnaam bescherming geniet in de in de Europese Unie, maar het had op de weg van Klaagster gelegen daarvoor bewijs aan te dragen.
Het is vaste rechtspraak dat bij de beoordeling van de vraag of de Domeinnaam identiek is aan of verwarringwekkende gelijkenis toont met de naam waarop de Klaagster een wettelijk recht heeft, het .eu suffix niet relevant is (ondermeer zaak 00596 (restaurants.eu) en zaak 01959 (lot.eu)). Het staat vast dat Davos Tourismus houdster is van twee internationale DAVOS beeldmerken met geldigheid in ondermeer de Benelux. Het onderscheidende en dominante bestanddeel van beide merken is het woord “DAVOS”. De Panelist is dan ook van oordeel dat de Domeinnaam <davos.eu> gelijkenis toont met genoemde DAVOS beeldmerken waarop Klaagster een licentie heeft. Daarmee is echter nog niet de vraag beantwoord of ook sprake is van verwarringwekkende gelijkenis.
Verweerder gebruikt de Domeinnaam thans voor een portal website met links naar diverse websites die algemene informatie over de plaats Davos aanbieden. Hij gebruikt de website niet voor het aanbieden van waren en/of diensten waarvoor de DAVOS merken zijn ingeschreven. Evenmin wordt op de website de indruk gewekt dat het “een officiële website” van de gemeente Davos of van Davos Tourismus betreft. Derhalve is de Panelist van oordeel dat de Domeinnaam geen verwarrende gelijkenis vertoont met de DAVOS beeldmerken ten aanzien waarvan Klaagster rechten heeft.
Ad (ii) en (iii):
Nu de Panelist tot het oordeel is gekomen dat de Klaagster de omstandigheid onder (i) niet heeft aangetoond, hoeven de vraag of de Domeinnaam door Verweerder is geregistreerd zonder rechten of gerechtvaardigde belangen ten aanzien van de Domeinnaam (ii) en de vraag of de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt (iii) niet meer te worden beantwoord.
De Panelist zal het verzoek tot overdracht van de Domeinnaam aan Klaagster afwijzen.
Beslissing
Om bovengenoemde redenen concludeert de Panelist in overeenstemming met artikel B12 (b) en (c) van de Voorschriften ADR dat de Klacht wordt afgewezen.
PANELISTS
Name | Alfred Meijboom |
---|
Datum Arbitrage-beslissing
2007-12-10